Hij had toen net ‘Meisjes’ gespeeld, de song die hem zijn reputatie van ‘eerste Vlaamse rocker’ bezorgde, en dat klonk bijna als een afscheid. Zo opwindend als ik me de oerschreeuw van Raymond in 1977 herinner, zo bedaard speelde de band in Antwerpen mee met gastzanger Warre Borgmans, die de tekst uit een boek meezong. Een wat droevig beeld toch.
Het concert in de Roma was het eerste van zijn Club 65-tournee, die naar aanleiding van zijn 65ste verjaardag opgezet is. Het concert begon reflectief, met van die mooie songs als ‘Koffie en brood’ en ‘Keinijg’ en ‘Middenstand blues’. Liedjes die onder de dingen zoeken. Ze laten een transcendente Raymond aan het woord, die op het einde in ‘Macchu Pichu’ zong dat ‘een mens niet verandert: hij zingt eeuwig zijn verkreukelde lied’.
Tussenin stonden wat hits op het programma, zoals ‘Omdat ik van je hou’ en ‘Twee meisjes’ en ‘Mijn vriend Jan’. Het criterium? Raymond zelf. Hij wil voortaan enkel nog spelen voor wie het wil horen, zegt hij. Wat betekent dat hij enkel nog zal spelen wat en hoe hij graag speelt. En in de herfst van zijn leven zoekt hij dat in de fijnere uitdagingen.
Het concert werd nadrukkelijk beheerst door het Hammondorgel van Pieter Van Bogaert, de jazzy drumveegjes van Cesar Janssens, de trompet van Carlo Nardozza. Hun spel was ingehouden maar vinnig. Raymond zal altijd de man van veel muziekjes blijven, maar in zijn spel en in zijn spirituele ambitie zoekt hij meer dan ooit de bronnen, en dus de essentie, op.
In de Roma volgde na het concert een ‘bal populaire’ met dezelfde muzikanten. Zonder stoelen was de sfeer veel losser, wat de band aanvuurde. Eigen songs wisselden af met covers als ‘Ticket to ride’ (The Beatles) en ‘Rock-’n’-roll star’ (The Byrds). Dat was feestelijk, al hoorden we Raymond na ‘Ticket to ride’ toch even kreunen dat het niet meer zo vlot gaat. Zeker met enthousiaste zoon Leander naast hem, was dat een contrast.
Maar ook in dat bal voelde je 's mans liefde voor exotische finesse, zoals in een cover van Orchestre Baobabs ‘Coumba’. Dat de trompettist en dwarsfluitiste al na vijf balnummers weg moesten, was doodzonde.