In het Molse gehucht Postel, vlakbij de Nederlandse grens, is woensdag na zowat een jaar van werkzaamheden het ecoduct 'Kempengrens' geopend. De natuurbrug ligt over de E34 Antwerpen-Eindhoven en verbindt verschillende natuurgebieden uit Vlaanderen en Noord-Brabant met elkaar. Vlaanderen en Nederland stonden dan ook elk voor de helft van de financiering in. 'Kempengrens' is het vierde ecoduct van Vlaanderen, na dat van Oud-Heverlee (over de N25), Opgrimbie (E314) en Loenhout (E19 en hogesnelheidslijn).
Een ecoduct vormt een veilige oversteekplaats voor dieren en bevordert op die manier niet alleen de natuur in de omgeving maar ook de verkeersveiligheid van de automobilisten op de snelweg. Om de dieren naar de brug en andere oversteekplaatsen zoals jaagpaden langs het kanaal toe te leiden werd er tussen de op- en afritten van Arendonk en het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert ook 16 kilometer aan omheining gezet langs de E34.
Hoewel de regio Kempen een uitgesproken groen karakter heeft, bleek volgens het Vlaamse departement LNE (Leefmilieu, Natuur en Energie) de E34 tegelijkertijd voor heel wat versnippering van lokale dierenpopulaties te zorgen. Niet alleen zoogdieren zoals hazen, reeën en dassen zijn daar het slachtoffer van, maar ook voor heel wat amfibieën en reptielen en zelfs vliegende diersoorten zoals vlinders, libellen en vleermuizen vormt de snelweg vaak een moeilijk te omzeilen hindernis.
Het nieuwe ecoduct is maar liefst 60 meter breed en zo ingericht dat het aansluit bij de natuurlijke omgeving van de dieren. LNE zal het gebruik ervan monitoren, met andere woorden welke diersoorten er passeren en hoe vaak.