Vermoedelijke strijders van Boko Haram hebben vrijdag en zaterdag twee dorpen in het noordoosten van Nigeria aangevallen, enkele uren nadat een staakt-het-vuren tussen de islamistische extremistische groep en de regering was aangekondigd. Bij die aanvallen kwamen 18 mensen om, aldus de krant Vanguard zondag. Een twintigtal strijders viel een dorp in het noorden van de deelstaat Borno aan, aldus een anonieme militaire bron. Volgens een lid van de lokale beschermingseenheden kan Boko Haram vrij in het dorp opereren, en toont dat aan dat er geen staakt-het-vuren is.
In het zuiden van Borno kwamen zaterdag acht mensen om bij een aanval door de extremistische islamisten, aldus een inwoner van het dorp Shaffa. Dat dorp is de laatste weken verschillende keren aangevallen door Boko Haram. Die terreurgroep heeft sinds 2009 al meer dan 5.000 burgers gedood. Doel van Boko Haram is een islamitische staat oprichten in Nigeria en de sharia opleggen.
Vrijdag nog kondigde de regering aan dat een staakt-het-vuren was afgesloten met Boko Haram, maar er ontstonden meteen twijfels over de duurzaamheid van dat staakt-het-vuren. Boko Haram schond eerder al akkoorden met de regering.
Met het nieuwe geweld verdwijnt ook de hoop dat de 200 meisjes die zes maanden geleden ontvoerd werden snel vrijkomen. Hun vrijlating zou een deel geweest zijn van de overeenkomst tussen de twee partijen.
