De al met uitsterven bedreigde noordelijke witte neushoorn is er nu nog slechter aan toe. Een van de nog maar twee levende mannetjes van de soort waarmee kan gefokt worden, Suni genaamd, is gestorven.
Suni werd vrijdag dood teruggevonden door parkwachters in Ol Pejeta Conservatory; het reservaat in Kenia waar de neushoorn verbleef. De oorzaak van zijn dood is nog onbekend, maar volgens medewerkers van het reservaat werd het dier niet omgebracht door stropers.
Toch is stroperij de reden waarom de situatie van de noordelijke witte neushoorn meer dan kritiek is. In de jaren ‘70 en ‘80 reduceerden stropers de populatie van de noordelijke witte neushoorn van 500 naar slechts 15. In de jaren ‘90 tot begin 21e eeuw groeide de populatie terug aan tot 32. Maar intussen zijn er al zoveel noordelijke witte neushoorns gedood, dat de soort nu in het wild vermoedelijk al is uitgestorven.
Door de dood van de 34-jarige Suni blijven er wereldwijd nog maar zes exemplaren van de soort over: 3 in gevangenschap en 3 in het reservaat in Kenia. Suni werd in 2009 samen met 3 andere neushoorns speciaal naar Ol Pejeta gebracht vanuit de Tsjechische Dvur Kralové-zoo om ermee te kweken, met de bedoeling de soort te redden. De noordelijke witte neushoorn plant zich namelijk niet goed voort in gevangenschap. Er werd gehoopt dat door de neushoorns te verhuizen naar hun natuurlijke habitat in Afrika, het voortplanten makkelijker zou gaan.
Hoorn meer waard dan goud
Neushoorns worden omwille van hun hoorn gedood. Die is in Azië intussen meer waard dan goud.
Van de zuidelijke witte neushoorn, die in zuidelijk Afrika leeft, leven er nog zo’n 11.300, maar ook die ondersoort wordt gedood omwille van de hoorn. Daarnaast leven ook nog de met uitsterven bedreigde zwarte neushoorns in Afrika.