Volgens Bonte heeft de partij zich ‘kapotgeregeerd’ en zou een oppositiekuur opnieuw wat ‘schwung’ in de SP.A-rangen kunnen brengen.

In het interview tonen Bonte en Vanvelthoven zich onder meer kritisch over de gekozen strategie. Bonte: ‘Veel leden hebben nog altijd grote vraagtekens bij onze positionering tegenover de N-VA, of het gebrek eraan. Op een bepaald ogenblik kondigde Johan Vande Lanotte af dat geen enkele socialist nog het woord ‘N-VA’ mocht uitspreken. We mochten ons niet meer afvragen hoe we ons moesten profileren tegen de partij die én het populairst is én het verst van onszelf af staat. We moesten vooral zwijgen.’

Vanvelthoven treedt Bonte bij: ‘Ook op het partijbureau is die discussie vaak gevoerd. En even vaak afgevoerd. Elke keer als iemand pleitte om feller te reageren tegen de partij die alles verkondigt waarin wij niet geloven, wees onze eigen leiding dat af.’

Bonte is ook scherp voor SP.A-parlementsleden die ervoor kozen niet meer op de lijst te staan, met name gewezen Antwerps burgemeester Patrick Janssens. ‘Hoeveel stemmen méér had de SP.A in Antwerpen kunnen rapen als Patrick Janssens wel op de SP.A-lijst had gestaan? Hij weet toch dat in Antwerpen de concurrentie dubbel zo hard is en de aflossing van de wacht bij ons maar half is gelukt? Janssens is partijvoorzitter geweest en burgemeester en bleef Vlaams parlementslid tot de allerlaatste dag van de legislatuur. En vervolgens zegt hij: ‘En toch blijf ik aan de kant.’ Welke ethiek spreekt daaruit? Ik vind dat crapuleus.’

Nog volgens Bonte heeft de SP.A zich ‘kapotgeregeerd’. Hij ziet een oppositiekuur als een ‘opportuniteit’. ‘We hebben dan de kans meer schwung in de partij te brengen. En eenmaal de partij opnieuw vooruitgaat, zullen er ook weer echte leidersfiguren opstaan. Een nieuwe Van Miert. Een Vandenbroucke. Een Tobback. Vader Tobback.’