Brussels parlementslid Carla Dejonghe probeert een maand te overleven op 180 euro, het bedrag dat Miss Dakloos overhoudt van haar uitkering na aftrek van alle vaste kosten. Voor De Standaard houdt ze een dagboek bij.
Natuurlijk heeft nu net de (lampen)wet van Murphy toegeslagen. Na het licht in mijn koelkast en enkele lampen in mijn keuken, heeft nu ook mijn buitenverlichting aan de voordeur het begeven. Mijn maandbudget laat voorlopig echter geen onvoorziene kosten toe.
‘Operatie Thermos’, de coördinerende vzw van verenigingen die voedsel uitdelen in de gang van het Brussels Centraal Station, nodigt me uit om een kop koffie te komen drinken met minderbedeelden. Van 1 november tot 30 april worden er bijna elke avond zo’n 140 maaltijden bedeeld, een sterke stijging tegenover vorig jaar. Er komen daklozen, maar ook mensen die niet rondkomen met hun pensioentje zoals de sympathieke Simone, die dadelijk met me op de foto wou.
Ook huisdieren worden niet vergeten: mensen kunnen om een zakje dierenvoeding komen vragen. Met Kerstmis en oudjaar serveert men in de gang een feestmaaltijd. Een heleboel vrijwilligers komen dan de gang versieren en anderen wat vreugde bieden. Er is dan ook een dierenarts aanwezig die de dieren de nodige vaccins toedient. Momenteel ligt de NMBS-holding echter dwars: de toestemming om de gebruikelijke feestmalen in de gang te mogen opdienen blijft achterwege … Ik zal me hier zeker verder over informeren.
Ik blijf massaal uitnodigingen ontvangen van vrienden. Heel sympathiek, maar ik weiger ze allemaal. Ik hou me aan de afspraak om hier niet op in te gaan, zelfs niet als ze me alle discretie beloven. Ook heel wat uitnodigingen voor recepties en feestelijkheden vliegen de vuilnisbak in, jammer genoeg ook die voor het nieuwe stuk van het Brussels Volkstheater.
Ik arriveer net op tijd met de tram voor de gemeenteraad. Het wordt een lange avond, maar het is er tenminste warm. Ik realiseer me dat aan ‘aanwezigheidspolitiek’ doen onmogelijk is als je niet aanwezig bent op tal van recepties en etentjes… die geld kosten. Ik heb geluk: mijn overbuur biedt me een lift naar huis aan.
Ik breek mijn hoofd over de budgetvriendelijke maaltijd die ik vanavond voor een vriend kan serveren. Het wordt courgettesoep, gevolgd door wortelstoemp met worst. Tweede probleem: het is koud in mijn woning. Ik ben creatief en sleurde alvast een tafeltje naar mijn bureau. Deze kleine ruimte kan ik makkelijk verwarmen met een elektrisch vuurtje. Hopelijk brengt mijn genodigde een fles wijn mee, dat kon niet meer af van mijn budget.