De arbeidsrechtbank van Charleroi doet maandag een uitspraak in de zaak die zes oud-werknemers van Ryanair tegen de Ierse lagekostenmaatschappij hebben aangespannen. Ze klagen aan dat Ryanair het Ierse en niet het Belgische arbeidsrecht toepaste. Als de zes in het gelijk worden gesteld, kan de zaak een precedent vormen omdat Ryanair zich vaak op het Ierse recht beroept.
De ex-werknemers vragen van Ryanair een som van ongeveer 20.000 euro. Die moet volgens hen niet-betaald vakantiegeld compenseren, gemiste eindejaarspremies en nog verschillende andere vergoedingen. Ze menen daar recht op te hebben omdat Ryanair ten onrechte niet het Belgische arbeidsrecht toepaste. Dat zou volgens de klagers gemoeten hebben omdat ze in België leefden en hun belangrijkste werkplek de luchthaven van Charleroi was.
Ryanair is zelf een andere mening toegedaan. Het zegt dat het het Ierse arbeidsrecht kon inroepen omdat Charleroi niet meer dan een luchthaven is die de maatschappij aandoet tussen vluchten. Het meeste werk wordt tijdens de vlucht uitgevoerd, klinkt het. Volgens die interpretatie is Ryanair niet verplicht voor het (voor de maatschappij meer nadelige) Belgische arbeidsrecht te kiezen.