Waarom zijn spaarders zo bang van een belasting op het spaarboekje?
Berichten over een mogelijke heffing van 10 procent op het spaarboekje hebben de spaarders de voorbije weken goed bang gemaakt. Maar dat zegt vooral iets over hoe de kleine belegger denkt, meent Dirk Vandycke van Monest.

 ‘IMF zet licht op groen voor éénmalige supertaks op uw spaargeld’ blokletterden de voorbije weken de kwaliteitskranten. Hoewel het IMF bij mijn weten niet bevoegd is om dit soort beslissingen te nemen is het niet de eerste ballon die hierover opgelaten wordt.

Het zou niet de eerste keer in de geschiedenis zijn dat zoiets voorvalt en een verwittigd man is er volgens het spreekwoord nog steeds twee waard. Waarschijnlijk krijgen we minstens respijt tot na de verkiezingen van volgend voorjaar. Maar daarna zou de jacht op de spaarboekjes wel eens geopend kunnen zijn.

Het kan maar het hoeft zeker niet zo te zijn. Feit is dat met een staatschuld van 387 miljard, 250 miljard aan spaargelden een aardig bedrag is dat in menig oog kan blinken. Uit mijn twintig jaar beurservaring weet ik alvast dat de slechtste plaats om met je geld ergens te zitten die plaats is waar iedereen lijkt te zitten.

Wie doet wat iedereen doet krijgt wat iedereen krijgt. Maar het als, wanneer, hoe en waarom van dit alles laat ik aan economen en waarzeggers over. Ondertussen heb ik uw aandacht voor een verschijnsel dat er aan vast lijkt te kleven en voor u een deel van de oplossing kan zijn.

Mental Accounting

Naar aanleiding van het spook hierboven dat weer even de kop op stak, kreeg ik van verschillende ongeruste mensen de vraag wat te doen. De meest logische deductie die een mens daaruit kan maken is dat die mensen daadwerkelijk spaargeld hebben. Anders zouden ze zich niet ongerust maken.

De vraag die ik hen daarop stelde was of ze ook een hypothecaire of andere leningen hadden openstaan. Zo goed als in alle gevallen was dit zo. Wat bleek. In sommige gevallen hebben mensen nog voor meer dan 10 jaar of langer een schuld lopen terwijl ze spaartegoeden aanhouden van meerdere tienduizenden euro’s.

Nu hoef je geen genie te zin om te snappen dat als banken geld willen verdienen, leningen door de band duurder moeten zijn dan wat tegoeden er zullen opbrengen. De intresten op een openstaande lening zijn dus bijna zeker hoger dan wat spaargelden kunnen opbrengen. Wie een tegenvoorbeeld kent mag mij dit zeker laten weten, want daar wil ik wel wat geld parkeren.

Ok, maar is het belastingvoordeel dan geen geldige reden? Opnieuw kun je dezelfde simpele redenering maken dat als het voordeel gelijk of groter zou zijn aan de interestkost, de staat eigenlijk ons huis zou betalen. Dan is er niet echt een reden waarom niet iedereen z’n eigen huis zou hebben. Maar nu zijn de meeste huizen van de banken (niet op papier maar bij vereffening).

Kortom, afbetalen die leningen met spaargeld waarvan je wakker ligt dat men het je zou kunnen afnemen.

In de psychologie noemt men dit mental accounting. Het mentaal in vakjes indelen van je geld. Maar geld is geld en stoort zich niet aan wie het in z’n bezit heeft of wat die er mee doet.

Van nader bekeken

Psychologen hebben geweldig boeiende experimenten gewijd aan menselijk gedrag. Eén ervan bracht mentale rekeningen aan het licht. Stel je even voor dat je met een bioscoopticketje ter waarde van €10 op zak naar de film wil. Daar aangekomen merk je dat je het ticket bent verloren. In een experiment in dezelfde lijn schafte 46% van de bezoekers zich een nieuw ticket aan en verteerde het gevoel €20 euro te hebben betaald voor een film van €10.

Merkwaardig werd het wanneer mensen enkel het equivalent in geld hadden verloren. Een briefje van €10 dus. Aan de bioscoop gekomen bleek plots 88% van de bezoekers alsnog een ticket aan te schaffen en rapporteerden ze niet het gevoel te hebben een duurbetaalde film te zullen zien. Wat een ander kader (Eng. frame) kan teweeg brengen.

Voor dit gedrag is nochtans geen enkele logische verklaring. Talloze experimenten lijken bovendien dit effect uitgesproken te bevestigen. We voelen ons bijvoorbeeld slechter als we geld verliezen dat ons net werd uitbetaald voor werk, dan als we eenzelfde bedrag verliezen dat we net hebben gewonnen of gevonden. En dit voorbeeld brengt ons bij de beurs.

Spelen om te winnen?

Op de ‘Dag van de Tips’ in oktober, één van de grote beursevenementen in ons land, had ik de grootste moeite om een vrouw te overtuigen van het feit dat de helft van een verdubbelde positie verkopen om zogenaamd haar geld ‘terug’ te hebben geen zin heeft op lange termijn. Het is namelijk je winnaars, die veel minder in getale zijn, die het moeten waar maken. Het zijn je verliezers die je (vroeg genoeg) moet verkopen. Voor een vergissing een probleem wordt.

Er is nog nooit iemand arm geworden van winst te nemen was haar redenering. Terwijl ze me net had verteld dat ze het eigenlijk niet als winst beschouwt maar als het terugnemen van ‘haar’ geld. Dat kan mentaal juist aanvoelen, er is evenmin al iemand rijk geworden van te vroeg winst te nemen. Elke winnaar van 300% is er ooit eerst een geweest van 3%.

Ook deze redenering is er een van mental accounting. Net zoals de argeloze belegger die redeneert dat wat hij kocht aan 100, daarna steeg naar 120 om uiteindelijk terug te dalen naar 100, hem geen geld heeft gekost (tijd is geld!). De mentale boekhouding zit hem in het feit dat hij geïnvesteerd geld als verschillend beschouwt van winst.

Het ene stuk is zijn geld, het andere behoort nog aan de markt tot bij de verkoop. Men noemt het papieren winst of virtuele winst. Hieruit zitten we vlak bij een ander psychologisch effect dat ons parten lijkt te spelen, namelijk anchoring. Het punt waar we kochten lijkt voor ons veel belangrijker dan het is.

In feite is het enkel voor ons van enig belang. De markt is onverschillig ten aanzien van die prijs. Toch baseren we er beslissingen op. We beschouwen nu eenmaal het deel dat we erin stoppen anders dan het deel dat we erbij winnen. Dispositie-effect en loss aversion sluiten hierbij netjes de rangen. Een verlies doet ongeveer dubbel zoveel pijn als een winst van dezelfde grootte. We vermijden spijt maar zoeken trots. We spelen met andere woorden meer om niet te verliezen, dan om te winnen.

Help?

Zijn we dan gedoemd om te mislukken? Zeer zeker niet. Het bijhouden van een dagboek waarop we kunnen terugvallen kan één hulpmiddel zijn. Maar ook een rekenmachine die zich bewust is van onze mentale zwaktes kan dat zijn.

Dit en veel meer is beschreven in mijn boekje ‘Position Sizing en Risicobeheersing’. Het is terug te vinden op
Monest.net.Denk er aan: er bestaan geen slechte tijden op de beurs. Enkel een slechte voorbereiding.