Albert II ontving vorig jaar 955 genadeverzoeken, waarvan 507 Nederlandstalig waren. In totaal heeft de vorst er 53 ingewilligd.

De gratieverzoeken worden behandeld door de dienst Genade, die alle voorgeschreven adviezen en inlichtingen in een dossier verzamelt, zo staat in het jaarverslag te lezen. Vervolgens wordt het dossier aan de minister voorgelegd, die een ontwerpbeslissing formuleert. Het is uiteindelijk echter de koning die beslist.

Het voorrecht van de koning om gedetineerden gratie te verlenen geraakt bij ons steeds meer in onbruik. Het jaarverslag maakt dan ook duidelijk deze procedure te willen hervormen. Bij zijn aantreden brak koning Filip al met de traditie door geen collectieve gratie te verlenen. Minister van Justitie Annemie Turtelboom sprak toen over een ‘logische stap’ was in het kader van de modernisering van de monarchie. Ook de traditie van de individuele gratieverlening zou dus kunnen sneuvelen.