Als je …
… iedere ochtend als eerste op het werk aankomt en 's avonds als allerlaatste de deuren sluit.
… zelfs op een officiële feestdag (en sluitingsdag) op het werk verschijnt.
… op vakantie iedere dag belt naar kantoor om te vragen of alles nog wel goed gaat.
… geen tijd meer hebt voor een hobby, vrienden of familie omdat je het altijd te druk hebt.
… steeds elke gesprek kan herleiden naar je werk, ook tijdens een date of etentje met je schoonouders.
… je onrustig voelt als je niet op je werk bent.
… op zondagavond blij bent dat het weekend eindelijk voorbij is.
… ervan overtuigd bent dat jij de enige bent die je werk naar behoren kan uitvoeren.
… nooit met je collega's mee gaat lunchen omdat je dat maar tijdverlies vindt.
>
>
>
>