Volgens hoogleraar Lut Lynen van het Instituut voor Tropische Geneeskunde is het nieuws over de van HIV genezen baby in de VS erg belangrijk. ‘Het was nog niet bewezen dat een effectieve besmetting binnen enkele uren na de geboorte geblokkeerd kon worden', aldus de HIV-experte.
Maandag raakte bekend dat voor het eerst een baby ‘functioneel' genezen is verklaard van hiv, het virus dat aids kan veroorzaken. Het kind werd besmet bij de geboorte, maar kreeg binnen enkele uren antivirale geneesmiddelen toegediend.
‘Dat zorgde er wellicht voor dat het virus zich niet in de witte bloedcellen kon nestelen, verklaart Lut Lynen, hoogleraar en hiv- en aidsexperte aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. ‘Het is in die cellen dat het virus latent aanwezig blijft in het DNA-materiaal.'
In het geval van de baby wordt gesproken over ‘functionele' genezing, waarbij het virus minimaal aanwezig kan blijven in het lichaam, maar waarbij het erop lijkt dat het eigen immuunsysteem het virus kan onderdrukken en geen behandeling nodig is. Het kind zou een normale levensverwachting hebben.
‘In dit geval lijkt het bewezen dat de behandeling binnen enkele uren na de besmetting gewerkt heeft, maar de vraag stelt zich nu of dat levenslang zo gaat blijven, zowel bij de baby als de eerder genezen verklaarde patiënt Timothy Brown', aldus Lynen. Brown genas van HIV na een beenmergtransplantatie, die een zeldzame genetische mutatie veroorzaakte waardoor het virus de cellen niet meer kon binnendringen.
Preventie
Het inzicht omtrent de baby is volgens de wetenschapper nuttig, omdat dit opnieuw aantoont dat een functionele genezing mogelijk is, al is het volgens Lynen eveneens onzeker of het effect ook bij anderen aangetoond zal kunnen worden.
De wetenschapster benadrukt voorts dat het in de eerste plaats ook gemakkelijker is om in te zetten op preventie. ‘Wanneer aanstaande moeders besmet zijn, dan is het belangrijk om hen te behandelen met antivirale middelen. Dat is beter voor zowel moeder als het kind.'
Het nieuws is ook interessant voor onder meer medische professionals bij prikongevallen. ‘Het verhaal bij hen is zeer gelijklopend met dat van de baby', zegt Lynen. ‘Wie een prikongeval meemaakte met een mogelijk besmette naald, krijgt ook binnen enkele uren preventief antivirale middelen toegediend. Het verschil met de baby is dat we bij hen niet weten of er effectief een besmetting was.' Er kan dus niet vastgesteld worden of de preventief toegediende geneesmiddelen ook genezend hebben gewerkt, omdat het niet duidelijk is of er een besmetting in het lichaam is geweest.
