Shemomedjamo (Georgisch):
Soms kan iets zo lekker zijn dat je, hoewel je al lang genoeg hebt, niet kan stoppen met eten. In Georgië zeg je dan best 'Shemomedjamo' ofwel 'ik heb per ongeluk alles opgegeten'.
Pelinti (Ghanees):
Je kent het gevoel: je neemt een grote hap uit iets dat veel te heet blijkt te zijn. Je probeert dan met snelle tongbewegingen de hitte een beetje op te vangen, maar het lukt niet echt. Geloof het of niet, maar in Ghana hebben ze daar een woord voor: 'pelinti' betekent 'te heet voedsel bewegen in je mond'.
Layogenic (Tagalog, Filipijnen)
Tagalog is een taal die wordt gesproken op de Filipijnen. Blijkbaar hebben ze daar veel mensen die 'schoon van ver, maar verre van schoon' zijn, want ze hebben er een woord voor: layogenic.
Rhwe (Tsonga, Zuid-Afrika):
Als uw studerende zoon of dochter ooit 'rhwe' antwoordt op de vraag wat heb je gisteren allemaal uitgestoken, bedoelt hij of zij niet dat ze een nachtje door geblokt hebben. Na een zwaar avondje hebben ze 'naakt en dronken op de vloer geslapen', zonder matje dan nog wel...
Lagom (Zweeds):
'Niet te veel, niet te weinig, maar echt juist goed'. Dat wil het Zweedse woord 'lagom' precies zeggen.
Pith (Engels):
'Pith' is het wit aan de binnenkant van de schil van een citroen of andere citrusvruchten.
Tartle (Schots):
Het nerveuze getwijfel voordat je iemand moet introduceren, maar je plots zijn naam vergeten bent. De Schotten hebben misschien een slecht geheugen, maar voor dat getwijfel hebben ze wel een woord...
Mamihlapinatapai (Yaghan, recent uitgestorven taal van Vuurland):
Die blik in elkaars ogen. Beiden willen dat de ander iets doen wat hen allebei blij zou maken, maar geen van beiden willen het echter zelf doen. Op Vuurland hadden ze er het woord 'mamihlapinatapai' voor, maar blijkbaar wilde niemand het te vaak opschrijven, want de taal is intussen uitgestorven.
Cafune (Braziliaans Portugees):
Cafune, een woord voor 'zachtjes door de haren van je geliefde strelen' moet wel van een gepassioneerd volk als de Brazilianen komen.
Greng-jai (Thais):
Mensen uit Thailand zijn vriendelijke mensen, dat blijkt ook uit hun taalgebruik. Ze hebben zelfs een woord voor 'het gevoel dat je niet wil dat iemand iets voor jou doet omdat je weet dat het lastig zal zijn voor hem of haar'.
Kaelling (Deens):
Hier kunnen we misschien het dialectwoord 'kalle' in herkennen, maar bij de Denen is 'kaelling' algemeen in gebruik om een vrouw die - waar je haar ook tegenkomt - altijd haar kinderen zit uit te kafferen.
Siblings (Engels):
Neen, taalleemtes moeten niet altijd bizarre termen over uitzonderlijke situaties zijn. Dat wordt bewezen door het feit dat we in het Nederlands geen equivalent hebben voor het Engelse 'siblings', wat 'broers en zussen' betekent.