Het tekort op de begroting van vorig jaar zal naar alle waarschijnlijkheid onder de 3 procent van het bbp blijven. Dat zei minister van Begroting Olivier Chastel (MR). Daarmee zou ons land niet meer onder verscherpt Europees toezicht vallen.
De federale regering presenteert traditioneel half januari een terugblik op het vorige begrotingsjaar. Hoewel de cijfers nog niet helemaal definitief zijn, verwacht de federale regering een tekort van 2,96 procent. Daardoor zou ons land niet langer onder een verscherpt Europees toezicht vallen, al is het resultaat minder goed dan het tekort van 2,8 procent in het stabiliteitsprogramma.
Zowel Begrotingsminister Olivier Chastel als zijn collega van Financiën Steven Vanackere benadrukte dat het nog een tweetal maanden wachten is op definitieve cijfers. Niettemin toonde Vanackere zich overtuigd dat het tekort onder de 3 procent zal duiken. ‘We kunnen zeggen: land in zicht', luidde het.
In het stabiliteitsprogramma dat met Europa werd afgesproken, had ons land een tekort van 2,8 procent vooropgesteld. Het verschil was volgens Chastel quasi uitsluitend voor rekening van Entiteit I, dus de federale overheid en de sociale zekerheid. Het tekort daar bedroeg 2,6 procent, in plaats van de geplande 2,4 procent, terwijl de gewesten, gemeenschappen en lokale overheden (Entiteit II) op een tekort van 0,4 procent bleven.
De overheidsschuld bedroeg eind 2012 99,7 procent van het bbp, wat neerkomt op een stijging van 1,9 procent in de loop van vorig jaar. Die toename is onder meer toe te schrijven aan de toename van het Europees solidariteitsmechanisme (1,5 procent) en de kapitaalsverhoging van Dexia (0,8 procent). De terugbetaling van de schuld door KBC leidde dan weer tot een daling met iets meer dan 1 procent, aldus Vanackere.