In Pakistan zijn minstens vier mensen gedood bij een bomaanslag nabij een sjiitische processie. De ravage trof opnieuw Dera Ismaïl Khan, waar eerder een andere bomaanslag acht doden maakte.
De bom zat verstopt in een winkel, en werd van een afstand tot ontploffing gebracht toen de processie naderde. Daarbij kwamen minstens vier mensen om, vijftig anderen raakten gewond.
Het gaat om de zoveelste bomaanslag van de afgelopen dagen, die de sjiitische minderheid in het land viseren. Twee eerdere aanslagen deze week, in Karachi en in Rawilpindi, ook tijdens een processie van de sjiitische minderheid, kostten ook al meer dan twintig mensenlevens.
De Pakistaanse autoriteiten proberen nog meer slachtoffers te voorkomen door het gsm-verkeer in grote steden plat te leggen. Bommen worden immers vaak vanop afstand via mobiele telefoons geactiveerd. Het ministerie van Binnenlandse Zaken versterkte ook de politieaanwezigheid.
Sjiieten vieren Asjoera, het belangrijkste sjiitische religieuze feest. Dan wordt de martelaarsdood van imam Hoessein, kleinzoon van de profeet Mohammed, in 680 in Irak herdacht. De herdenking bestaat uit het houden van processies waarin gelovige mannen zichzelf kastijden als teken van vereenzelviging met de imam.
De bomaanslag van zaterdag werd intussen opgeëist door de Pakistaanse taliban (TTP).