Gisteravond raakte bekend dat de nieuwe Nederlandse regering met VVD en PvdA de Hedwigepolder in Zeeland dan toch onder water zetten, zoals afgesproken met Vlaanderen.
Om de natuurschade te compenseren die veroorzaakt werd door de opeenvolgende verdiepingen en inpolderingen, is in 2005 afgesproken om de polder in Zeeuws-Vlaanderen onder water te zetten.
De beslissing van de nieuwe regering stuit alweer op heel wat verzet in Zeeland. Magda de Feijter van het Actiecomité Red Onze Polders zegt dat ze geschrokken is van het besluit. 'Dat is flink kiezersbedrog van de VVD', zegt De Feijter. 'We laten het hier niet bij zitten.'
Het Zeeuwse Statenlid Johan Robesin dreigde gisteravond al met een 'juridische oorlog' om de ontpoldering te voorkomen. Op Omroep Zeeland zei hij dat zo'n procedure zeven of acht jaar kan duren en dat de Nederlandse premier Rutte hem eerder had verzekerd 'tot het uiterste te gaan om ontpoldering te voorkomen'.
In juni zag de Nederlandse regering nog af van de afgesproken ontpoldering. Daarop heeft zowel Vlaanderen als de Europese Commissie een procedure gestart om de ontpoldering af te dwingen.
Correctie. Dit artikel werd aangepast op 11 december 2014. Het onder water zetten van de Hedwigepolder is geen compensatie voor de verdieping van de vaargeul in de Westerschelde, zodat grote schepen de Antwerpse haven kunnen bereiken. Het gaat om twee afzonderlijke onderdelen van de Scheldeverdragen.