Vlaanderen en Nederland sloten in 2005 een verdrag dat zegt dat de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen, in het zuiden van Zeeland, onder water moet komen. Dat dient om de natuurschade die veroorzaakt werd door de opeenvolgende verdiepingen van de Schelde en de inpoldering van de rivier, te herstellen.

De Nederlandse regering maakte echter nooit werk van de ontpoldering en kwam met verschillende alternatieve plannen. Voor zijn laatste voorstel om de polder voor een derde onder water te zetten, kreeg staatssecretaris Henk Bleker onvoldoende politieke steun. De ontslagnemende Nederlandse regering besliste daarom het dossier door te schuiven naar de volgende regering.

PvdA en VVD, die zondag een ontwerpregeerakkoord overeenkwamen, zouden de Hedwigepolder nu dus toch onder water willen zetten. Wanneer dat zou gebeuren, is nog niet bekend, zegt de NOS.

Behalve de Vlaamse regering, joeg Nederland met zijn uitstel en alternatieve voorstellen ook de Europese Commissie in de gordijnen. In mei startte die een inbreukprocedure tegen Nederland over de Hedwigepolder.

Correctie. Dit artikel werd aangepast op 11 december 2014. Het onder water zetten van de Hedwigepolder is geen compensatie voor de verdieping van de vaargeul in de Westerschelde, zodat grote schepen de Antwerpse haven kunnen bereiken. Het gaat om twee afzonderlijke dossiers.