In 1985 en 1986 verkracht Marc Dutroux vijf tienermeisjes waaronder de minderjarige Yancka Mackova. Michelle Martin is hiervan op de hoogte en wordt in april 1989 samen met haar man veroordeeld voor deze feiten tot respectievelijk 13,5 en 5 jaar cel.
In 1992 worden ze echter vervroegd vrijgelaten dankzij toenmalig justitieminister Melchior Wathelet en een toepassing van de Wet Lejeune. Het koppel gaat wonen in Sars-la-Buissière.
In augustus 1996 wordt het echtpaar Dutroux opnieuw aangehouden. Martin wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan de ontvoering en opsluiting van zes meisjes. Het gaat om Sabine Dardenne, Laetitia Delhez, An Marchal, Eefje Lambrecks, Julie Lejeune en Mélissa Russo.
Als verzwarende omstandigheid geldt dat Martin die laatste twee meisjes liet sterven van ontbering in de kelder van Dutroux. Terwijl haar echtgenoot van december 1995 tot maart 1996 in de cel zat, ondernam Martin immers niets om de opgesloten kinderen te redden uit de kleine, onverwarmde kelder in Dutroux' huis in Marcinelle.
Bovendien moesten de meisjes doodsbedreigingen en fysieke folteringen ondergaan.
Op het proces in juni 2004 wordt Michelle Martin schuldig bevonden aan de opsluiting en foltering van de zes meisjes, met de dood van Julie en Mélissa tot gevolg. Martin wordt ook beschuldigd van mededaderschap aan de verkrachting van Yancka Mackova door Dutroux.
Het was immers Martin die het verdovende middel Haldol in de koffie van de jonge Slovaakse goot. Ten slotte is ze schuldig aan lidmaatschap van een bende die de zes meisjes ontvoerde en opsloot. Hiervoor kreeg ze de maximumstraf van dertig jaar cel.
De grootste misdaad van Martin is het feit dat ze bleef zwijgen. Haar man ontvoerde, verkrachtte en vermoordde meisjes, maar zij hield de lippen stijf op elkaar en ondernam geen enkele poging om hen te redden. Naar eigen zeggen uit panische angst voor haar echtgenoot, maar ook uit schrik om haar kinderen te verliezen. Tijdens het proces in 2004 werd de verantwoordelijkheid van Martin door de jury 'verpletterend' genoemd.