'We're back, Werchter' schreeuwt Ricky Wilson. Nou, 2009, zo lang is dat nu ook weer niet geleden. 'Everyday I love you less and less' beukt wat lomp in het rond, maar een armslag of 'yeah' van Wilson en het publiek is mee. Aah, die Kaisers en hun festivalanthems! Volgen nog een dreunend 'Never miss a beat' en 'Modern way'. Qua reacties zijn dit zeker hoogvliegers, maar kan het toch niet iets genuanceerder?
Interessanter is de hoekige pop van het nieuwe 'Little shocks', dat de energie van de punk rijmt aan de hoekigheid van Talking Heads. Alleen spijtig dat de geluidsman even een uiltje lijkt te knappen, wat een zwalpende klankmix! Het toetsenwerk van Peanut komt vaak niet uit de brij te voorschijn.
'It's gonna happen' brult Wilson alvorens 'Ruby' de polonaise tot achteraan op de wei laat losbarsten. Ja hoor, ook de Iron Maiden-fans zingen deze mee.
Vrolijke festivalbeesten ten spijt, komen Kaiser Chiefs op hun nieuwe album erg donker uit de hoek. 'Starts with nothing' is een sombere blik op de condition humaine, met venijnige gitaarwerk van Whitey White.
Effectief zijn is hun sterke wapen, en Ricky Wilson kan het publiek mennen als geen ander. Zeker wanneer hij tijdens een langerekt 'I predict a riot' naar de geluidstoren spurt om het publiek op te jutten. Heeft zijn mislukte marathon van Londen toch nog iets opgeleverd.
Nieuweling 'Kinda girl you are', dat wel erg duidelijk voortborduurt op de erfenis van The Jam, houdt de menigte op temperatuur voor een weerbarstig 'The angry mob', geen evidente keuze, en een uitzinnig meegescandeerd 'Oh my God'. Fraai.
Kaiser Chiefs heeft zichzelf niet heruitgevonden, maar geeft zich wel helemaal. Op de sfeermeter een dikke score, en daar draait het toch voor een groot stuk om op een festival. Ook al kennen we het succesrecept nu wel helemaal van buiten.