1. Sponswringen
Benodigdheden: sponzen en bakjes
Alle spelers zitten in een kring. Iedereen heeft een bakje water en een spons voor zich. Let er op dat de bakjes elkaar raken. Iedereen dopt tegelijkertijd zijn spons in zijn eigen bakje water en wringt ze uit bij de rechterbuurman. De bedoeling is om je bakje zo snel mogelijk leeg te krijgen. Diegene die daar als eerste in slaagt is de winnaar.
2. Flessenvoetbal
Benodigdheden: lege plastic flessen, een voetbal (of tennisbal)
Neem voor elk speler een lege plastic fles (zonder dop) en vul die met water. Iedereen staat door elkaar en zet zijn fles voor zich neer. Vervolgens wordt er voetbal gespeeld. De bal moet de andere flessen raken. De speler wiens fles omvalt, mag de fles pas rechtzetten wanneer hij de bal heeft. Het is de bedoeling dat de fles zo lang mogelijk gevuld blijft met water. Wanneer een fles leeg is, mag die speler niet meer mee doen, degene die als laatste nog water in zijn fles heeft, is de winnaar. Het spel wordt moeilijker met twee of meer voetballen of als je de voetbal vervangt door een tennisbal.
3. Waterballonnen
Benodigdheden: ballonnen
Dit spel is een klassieker. De spelers gooien een ballon gevuld met water naar elkaar. Wie de ballon laat vallen, mag niet meer meedoen.
4. Waterglijbaan
Benodigdheden: plastic zeil, eventueel bruine zeep, schuurborstels
Met een langwerpig zeil van enkele meters lang kun je een eigen waterglijbaan maken. Leg het stuk plastic bij voorkeur op een zachte ondergrond, bijvoorbeeld op een grasveld. Bij een heuvel gaat de glijbaan sneller. Sproei het plastic nat met een tuinslang, en blijf het goed nathouden voor het beste effect. Voeg er eventueel bruine zeep aan toe. Kinderen nemen een aanloopje en kunnen zich op hun buik over de waterglijbaan laten glijden.
5. Emmerestafette
Benodigdheden: 3 emmers, 2 plastic bekertjes
Vul een grote emmer met water en zet de emmer neer op de startplaats (trek hier een lijn), zet de twee lege emmers zo’n tien meter verder. Twee estafettelopers scheppen telkens water uit de grote emmer in hun bekertje, zetten het bekertje op hun hoofd en rennen naar hun lege emmer om die te vullen. Het bekertje mag slechts met één hand worden vastgehouden. De ploeg met de volste emmer na een vijftal minuten estafette is gewonnen.
6. Waterpistool
Benodigdheden: waterpistolen, papier
Je kan bijvoorbeeld tikkertje spelen. De tikker moet de andere spelers dan niet op de rug tikken, maar nat spuiten met water. Een alternatief. Hang een papier op de rug van elke speler. Teken een een grote cirkel. De bedoeling is om het papier zo lang mogelijk droog te houden.
7. Sponsenrace
Benodigdheden: lint, emmer, spons, plastic bekertjes, benodigdheden voor hindernissenparcours
Met lint baken je een parcours af op een stuk speelterrein, eventueel over een aantal hindernissen (een stoel, een balk, span een draad) om het moeilijker te maken. De deelnemers staan met een spons naast een emmer water aan de start van het parcours. Bij het startsein probeert iedereen zoveel mogelijk water op te nemen in zijn spons en loopt daarna het parcours af. Aan de aankomst staan plastic bekertjes voor elke deelnemer. De spelers wringen hun spons in het bekertje uit. De speler die het meeste water in de spons heeft, is gewonnen.
8. Waterbenen
Benodigdheden: emmers, benodigdheden voor hindernissenparcours
Ook voor dit spel maak je een parcours met een aantal hindernissen. Geef elke speler een emmertje water dat tot de rand gevuld is met water. Alle spelers staan op een rij. Klem het emmertje tussen je benen en probeer zo vooruit te springen. Iedereen probeert zo snel mogelijk het parcours af te leggen.
9. 123 santé
Benodigdheden: bekertjes
Dit spel is een variant op 1 2 3 piano. Er staat één speler, 'de dorstige', tegen de muur. Alle anderen staan met twee bekertjes gevuld met water aan de startlijn. De dorstige staat met zijn gezicht naar de muur en roept 'één twee drie, santé'. Op dat moment drinken de andere spelers een slok water, lopen zo ver mogelijk vooruit en blijven dan staan. De bedoeling is dan om niet meer te bewegen en het water niet uit te spuwen. De dorstige draait zich dan om en kijkt of er iemand beweegt. Wanneer hij of zij iemand opmerkt, moet die de bekertjes over zijn/haar eigen hoofd uitkappen en opnieuw met volle bekertjes achter de startlijn beginnen. Als je bij de dorstige bent, moet je de bekertjes over hem/haar leeg gieten en ben je de winnaar van het spel.
10. Handige ober
Benodigdheden: bekertjes, benodigdheden voor hindernissenparcours
Je verdeelt de groep in twee teams en bouwt opnieuw een hindernissenparcours. De spelers moeten elk om beurt met een dienblad met daarop een tiental plastieken bekertjes met water het parcours afleggen. Anderen mogen het hem lastig maken door met natte sponsen te gooien. Wanneer de laatste kelner van een ploeg het parcours heeft afgelegd, wordt (wat er overschiet van) het water uit de bekertjes in een fles gegoten. De ploeg die het meeste water overhoudt, wint.