Volgens De Clerck is de reactie van het Vaticaan 'gebaseerd op foute informatie'. 'De bisschoppen kregen wel degelijk eten en drinken tijdens de huiszoeking', aldus De Clerck. Hij voegde eraan toe dat 'dit geen diplomatiek incident waard is'.
De minister pleit er ook voor dat na de huiszoekingen de relatie tussen de commissie Adriaenssens en het gerecht hersteld worden.
In De Zevende Dag (Eén) wees hij erop dat de onderzoeksrechter het recht heeft de huiszoekingen bij de commissie of in de kathedraal te doen. Maar het slachtoffer heeft ook het recht om met iemand te spreken zonder dat het gerecht ingeschakeld wordt.
Hij herhaalde dat de magistraten en de onderzoeksrechters in het bijzonder onafhankelijk kunnen optreden. A posteriori kan worden nagegaan of de actie en ingezette middelen verantwoord waren. Tegelijk heeft de commissie ook een zekere marge om te handelen, rekening houdend met het biechtgeheim en het beroepsgeheim waarop onder meer artsen zich kunnen beroepen.
De Clerck benadrukte dat de kerk volgens hem niet bezig was een eigen gerecht te organiseren. Wel is het nodig dat er een reflectie komt over de problematiek en dat een systeem wordt opgezet dat commissie en gerecht bijeenkomen indien er problemen ontstaan.