UTRECHT - De ponskaarttechnologie van IBM en zijn Duitse dochteronderneming Dehomag hebben nazi-Duitsland geholpen bij de vervolging van de joden. Dat stelt auteur Edwin Black in zijn boek 'IBM en de Holocaust', dat volgende week internationaal verschijnt. Volgens Black gebeurde één en ander bewust: 'De topmanagers van Dehomag waren openlijke, felle nazi's', schrijft hij.
Toen het Derde Rijk aan zijn volkenmoord begon, droeg IBM volgens Black stap voor stap de technologische oplossingen aan die de plannen mogelijk maakten: van de identificatie- en catalogiseringsprogramma's in de jaren dertig tot de selecties in de jaren veertig. Black schrijft dat 'de goed uitgeruste staf van IBM Duitsland, de onontbeerlijke technische middelen ontwierp en verschafte die Hitlers Derde Rijk nodig had om iets ongehoords te bereiken: de automatisering van de menselijke vernietiging. Meer dan 2.000 sets van apparaten kwamen door heel Duitsland te staan en duizenden andere in het door nazi's bezette Europa.'

Dehomag verkocht de apparaten niet om zich er verder niet mee te bemoeien, aldus Black: 'Met medeweten van het hoofdkantoor in New York maakte Dehomag de complexe apparatuur en de gespecialiseerde toepassingen ervan enthousiast op maat, want dat hoorde bij het werk. De topmanagers van Dehomag waren openlijk, felle nazi's die na de oorlog wegens hun partijlidmaatschap gearresteerd werden. IBM New York wist altijd, vanaf het begin in 1933, dat men contact had en zaken deed met de hoogste echelons van de nazi-partij. Het bedrijf benutte zijn partijconnecties om zijn zakelijke relaties met Hitlers Reich uit te breiden, zowel in Duitsland als in nazi-Europa'.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in