Het woord ‘gsm’, dat in Vlaanderen courant gebruikt wordt als synoniem voor ‘mobiele telefoon’, verwijst eigenlijk naar de gebruikte technologie (global system for mobile communication), die vooral geschikt is voor mobiel spraakverkeer. Intussen worden echter steeds meer digitale data mobiel doorgeseind, waarvoor de beter aangepaste UMTS-standaard ontwikkeld werd (universal mobile telecommunications system). Soms wordt ook gesproken over mobilofonie van de tweede (2G) en de derde generatie (3G).

In ons land werden in de jaren ‘90 drie 2G-licenties toegekend, telkens met een looptijd van vijftien jaar. De licenties van Mobistar en Proximus lopen respectievelijk in 2010 en 2011 af, terwijl die van Base tot 2013 loopt. Normaal gezien zal het daarna gedaan zijn met de ‘oude’ mobilofoniestandaard.

Om de lat gelijk te leggen, moesten de licenties van Proximus en Mobistar dus tot 2013 verlengd worden. De vergoeding daarvoor bedraagt 41 miljoen euro voor Mobistar en 32 miljoen euro voor Proximus (te indexeren). Belgacom verbaast zich in een mededeling over de beslissing, ‘omdat deze licentie voor Proximus al eerder stilzwijgend verlengd was tot 2015’. Belgacom zegt zich het recht voor te behouden om tegen de beslissing in beroep te gaan.

De ministerraad besliste ook om de komende maanden acht extra licenties te lanceren. Het gaat om zendvergunningen voor de zogenaamde WiMax-technologie, en in de 2,6 Ghz en 10 Ghz frequentiebanden. De licenties zullen in de loop van volgend jaar op de markt gebracht worden, zo deelt de minister voor Ondernemen, Vincent Van Quickenborne, mee.