Commandant Mohammed Xhemaili, de militaire verantwoordelijke van de zone van Car, het door de rebellen van de UCPMB gecontroleerde deel van de veiligheidszone, zei dat zijn "soldaten aangevallen werden door de KFOR en twee van hen gewond werden".
De Russisch-Amerikaanse patrouille moest de administratieve grens tussen Kosovo en Servië markeren met het oog op de terugkeer van het Joegoslavische leger in sector B van de veiligheidszone, de enige sector waar het Joegoslavische leger nog niet is toegelaten. Op 11 april werd nog een Russische soldaat doodgeschoten bij patrouile langs de demarcatielijn.