DELHI - Acht dagen na de verwoestende aardbeving in India is een jongen gered uit het puin in het dorp Sikaravadi bij de volledig verwoeste stad Bachchau. De
17-jarige Arjun Bhai zat al die dagen diep in een put.
De zwaarste aardbeving in de geschiedenis van India heeft vijfendertig miljoen mensen rechtstreeks of onrechtstreeks getroffen. Ongeveer 73.000 gebouwen in 1.000 dorpen zijn vernield. Dat is de balans die de Indiase regering gisteren, acht dagen na de feiten, opmaakte.
Het officiële dodental ligt momenteel op 15.061. Ongeveer 100.000 mensen worden nog vermist. Aangezien nog maar enkele mensen levend van onder het puin werden gehaald, is een dodencijfer van 100.000 volgens de minister van Defensie George Fernandes het meest realistisch.
De aardbeving in de westerse deelstaat Gujarat vond acht dagen geleden plaats en had een kracht van 7,9 op de schaal van Richter. Minstens 200.000 mensen raakten gewond en een half miljoen Indiërs werd dakloos. De materiële schade wordt door de regering geraamd op 2,9 biljoen dollar. Volgens de Indiase industrie ligt dat cijfer in werkelijkheid echter tweemaal zo hoog, aangezien het verlies aan
arbeidskrachten in rekening moet worden gebracht.
Duizenden daklozen hebben dringend nood aan tenten en levensmiddelen. De Indiase overheid wordt aangewreven dat ze er niet in slaagt de openbare orde te herstellen en de voedseldistributie te verbeteren. Eerder hadden buitenlandse hulporganisaties hevige kritiek geleverd op de gebrekkige organisatie van de lokale autoriteiten, die het werk van de hulpverleners bemoeilijkt.