Leo Clijsters werd geboren op 9 november 1956 in Opitter, een deelgemeente van het Limburgse Bree. Later kreeg hij de roepnaam Lei. Op jonge leeftijd koos hij al voor het voetbal. Hij speelde zijn eerste wedstrijden bij het plaatselijke Opitter FC. Later droeg hij het shirt van clubs als Club Brugge, SK Tongeren, Patro Eisden, Thor Waterschei, KV Mechelen en Club Luik.
Glorieperiode bij Mechelen
Bij Waterschei proefde Lei van het Europese voetbal. Hij liet zich in positieve zin opmerken en dat leverde hem een transfer op naar het uiterst ambitieuze KV Mechelen, waar hij het hoogtepunt van zijn carrière bereikte. Hij won er de Belgische Beker (1987), de Europa Cup II, de Europese Supercup (1988) en de Belgische landstitel (1989).
Clijsters pakte ook heel wat individuele prijzen. In 1988 won hij de Gouden Schoen. De robuuste verdediger kwam in totaal 40 keer uit voor de Rode Duivels. In Mexico '86 haalde hij de halve finale, in Italië ‘90 de eindronde. Na zijn actieve loopbaan als voetballer ging Clijsters aan de slag als trainer. Hij coachte achtereenvolgens Patro Eisden, AA Gent, SK Lommel, KV Mechelen en Diest.
Tennis
Nadien ging ook het tennis een belangrijke rol in de carrière van Clijsters spelen. Niet hijzelf, maar wel zijn dochter Kim speelde de pannen van het dak. Lei stelde zichzelf op de achtergrond en focuste zich op de carrière van zijn dochter. Kim schopte het tot het nummer één van de wereld, de beste prestatie ooit van een Vlaamse tennister.
Wanneer Kim aankondigt te stoppen met tenissen, richtte Lei zich opnieuw op zijn trainersloopbaan. Hij werd hoofdcoach van SK Tongeren, de ploeg waarvoor hij ook als speler al actief was.
Longkanker
Begin 2008 werd bij Clijsters longkanker vastgesteld, nadat hij zich liet onderzoeken wegens een aanhoudende hoest. Hij bleek terminaal ziek te zijn en besliste zelf om de chemokuur stop te zetten. In 1984 kreeg Lei al eens te maken met huidkanker, maar werd hij na twee operaties genezen verklaard.