Van Quickenborne wees erop dat een elektronische boekhouding reeds sinds 1983 mogelijk was, maar het koninklijk besluit heeft uiteindelijk 21 jaar op zich laten wachten. Hij zei op het idee gekomen te zijn na een vraag van ondernemer Jef Colruyt, die hem wees op de rompslomp die de verplichte papieren boekhouding met zich mee brengt. De staatssecretaris benadrukte dat wie wil zijn boekhouding nog steeds op papier kan bijhouden.
De afschaffing van de verplichting om een papieren boekhouding bij te houden, kadert in een serie maatregelen die voor de bedrijven in totaal een lastenvermindering van 165 miljoen euro inhouden. Naast de elektronische boekhouding (60 miljoen euro), gaat het in de eerste plaats om de vereenvoudiging van de oproeping voor een algemene vergadering, die een besparing van 80 miljoen euro inhoudt. Het gaat om een maatregel die in de programmawet staat en volgens Van Quickenborne reeds goedgekeurd werd in de bevoegde kamercommissie.
Vooral de uitgevers hadden bezwaren bij de vereenvoudiging, maar de staatssecretaris zei het been stijf gehouden te hebben: ,,Wie echt wil vereenvoudigen, moet heilige huisjes slopen en tegen bepaalde belangen ingaan''. Een derde maatregel die vanaf 1 januari ingaat is de verhoging van de BTW-drempel, waardoor 20.000 bedrijven niet langer maandelijks, maar driemaandelijks hun BTW-aangifte moeten doen.