Het was Jelle Vanendert die op zowat 30 kilometer van de eindmeet de finale inluidde. Hij ging er toen vandoor en kreeg bijna onmiddellijk zes renners in steun. Dat waren Bert De Waele, de Nederlander Karsten Kroon, de Italiaan Matteo Carrara en de Duitsers Paul Martens, Fabian Wegmann en Christian Knees.
Met nog 10 kilometer voor de boeg lieten Kroon en Wegmann hun medevluchters in de steek en ze muisden er met hun tweetjes vanonder. Hun vlucht kwam nooit meer in gevaar en in de daaropvolgende sprint met twee toonde Fabian Wegmann zich de sterkste.