Hugo Claus werd zeventig en Vlaanderen zal het geweten hebben. Onlangs een nieuwe novelle, net nog een nieuwe dichtbundel en de Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap voor een schrijversoeuvre, later dit jaar volgen de verzamelde verhalen en het verzameld toneelwerk. De meester is omnipresenter dan ooit. Het lijkt wel of Hugo Claus altijd populair en zaligmakend is geweest. Maar dat is op zijn minst een overstatement volgens hen die het kunnen weten: de wetenschappers die jaren van hun leven aan Claus' oeuvre besteden en er, zoals Claus onlangs zei, 'bepaald koddige artikels' over schrijven. Hoe kijken zij naar het fenomeen Claus? Is Claus echt een belangrijke Nobelprijskandidaat? Waarom houden wij van Claus? Wie wordt zijn biograaf? En zijn de gedichten werkelijk (nog) beter dan het proza?