Wanneer ik Herman de Coninck nog eens herlees, zal ik aan hem moeten denken als aan de dichter in de Delhaize. Een man die boodschappen doet om soep te maken voor ,,zijn poesje''. Hij duwt een prozaïsch karretje voort met daarin een pak asperges. Zijn Delhaize-kaart wordt aan de kassa door de computer gehaald en op de afrekening drukt de intelligente machine onder het saldo de bijeengespaarde punten en ook nog Tot ziens, meneer De Coninck . Herkent de caissière hem als de schrijver ...