Het gevecht met de schorpioen
Tessa de Loo reist, te paard, Lord Byron achterna
| Jeroen VullingsTessa de Loo is pas in haar element als ze gewetensvol andermans verhaal kan navertellen. Vanaf haar verhalendebuut De meisjes van de suikerwerkfabriek (1983) ontleent ze liever materiaal aan bestaande bronnen dan dat ze geheel en al leunt op de verbeelding. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, als het fictiejasje tenminste iets toevoegt: een ander zicht op de werkelijkheid, een verrassende vorm of eigenzinnige stijl. In deze laatste twee aspecten betoont De Loo zich echter een traditionele, kreukvrije realist. En, bijvoorbeeld met betrekking tot haar historische roman De tweeling (1993), is het haar in materiaalkeuze, thematiek en zeggingskracht niet gelukt voorbij het overbekende en voorspelbare te manoeuvreren.