Om de fiscale fraude te bestrijden, voerde staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez begin dit jaar een nieuwe antimisbruikbepaling in. De wetteksten zelf zijn bijzonder technisch, maar in ...
Centen tellen
De grens tussen fiscale fraude en fiscale planning wordt dunner
| (fdc)
Om de fiscale fraude te bestrijden, voerde staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez begin dit jaar een nieuwe antimisbruikbepaling in. De wetteksten zelf zijn bijzonder technisch, maar in de circulaire die hierover op 4 mei werd gepubliceerd wordt uitvoerig toegelicht wat vanaf 1 juni onder ‘fiscaal misbruik' wordt verstaan.
‘De essentie is eenvoudig', legt Anton Van Zantbeek, advocaat en professor fiscaliteit aan de HUB, uit. ‘Elke transactie waaraan een fiscaal voordeel is gekoppeld, zal men voortaan ook moeten kunnen staven met niet-fiscale motieven. Op het vlak van successieplanning is dat een belangrijk gegeven. Wie aan successieplanning doet, is immers bijna altijd fiscaal geïnspireerd. Dat behoort tot onze cultuur. Handgiften, gesplitste aankoop van vastgoed door ouders en kinderen samen, sterfhuisconstructies, vastgoedschenkingen om de drie jaar, … aan deze transacties zit altijd een fiscaal voordeel vast.'
‘De nieuwe wet maakt die planningstechnieken niet onmogelijk, maar spreekt van fiscaal misbruik wanneer er uitsluitend fiscale motieven zijn voor een transactie. Wie bijvoorbeeld een handgift doet, moet kunnen aantonen dat hij ook andere dan fiscale redenen heeft om niet voor een geregistreerde schenking te kiezen, waarop wel registratierechten verschuldigd zijn. Die niet-fiscale motieven mogen bovendien niet verwaarloosbaar zijn.'
‘In het geval van een handgift zijn die niet-fiscale motieven gewoonlijk wel aanwezig. Door een handgift kan men bijvoorbeeld de rompslomp en het ereloon van een notarisbezoek vermijden. Schenkingen voor een buitenlandse notaris liggen wat dat betreft al wat moeilijker. En ook wie om de drie jaar een deel van zijn vastgoed wegschenkt om de progressiviteit van de schenkingsrechten te breken, zal misschien moeite hebben om niet-fiscale motieven te bedenken.'
Een andere planningstechniek waarover ongerustheid is ontstaan sinds de nieuwe antimisbruikwet, is de zogenaamde ‘gesplitste aankoop'. Daarbij kopen ouders en kinderen samen een (tweede) verblijf, waarbij de ouders het vruchtgebruik kopen en de kinderen de blote eigendom. Bij het overlijden van de ouders gaat de blote eigendom van de kinderen geruisloos over in volle eigendom, zonder dat er successierechten verschuldigd zijn. ‘Ook hiervoor zijn meestal wel niet-fiscale motieven te vinden', legt Van Zantbeek uit. ‘Zo biedt een gesplitste aankoop bijvoorbeeld meer zekerheid voor de langstlevende partner. Bij een gesplitste aankoop kan het vruchtgebruik van de langstlevende immers nooit omgezet worden door de andere erfgenamen, terwijl dat bij een “gewone” erfenis wel het geval is.'
‘Het echte probleem van de nieuwe wet is echter niet het vinden van niet-fiscale motieven, maar wel de rechtsonzekerheid die hierdoor ontstaat', meent Van Zantbeek. ‘Fiscale advocaten zullen daar wellicht een vette kluif aan hebben, maar dat kan toch niet de bedoeling zijn van de wet?'