De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft gegokt en verloren. Om zijn minderheidsregering in het zadel te houden en een linkser beleid te voeren dan zijn voorganger, heeft hij in het parlement de ...
De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft gegokt en verloren. Om zijn minderheidsregering in het zadel te houden en een linkser beleid te voeren dan zijn voorganger, heeft hij in het parlement de steun van de Catalaanse separatistische vertegenwoordigers nodig. Het leek in eerste instantie ook niet zo moeilijk om de hand te reiken naar de opstandige Catalanen. Na het nultolerantiebeleid van de vorige, conservatieve regering dacht de sociaaldemocratische regering waarschijnlijk dat ze wel tot een akkoord kon komen met de Catalaanse regering. Maar de gesprekken met de Catalanen zijn vorige vrijdag opgeblazen.
Volgens de Spaanse vicepremier Carmen Calvo kon de bewindsploeg in Barcelona zich niet schikken naar de onderhandelingsruimte die de Spaanse regering haar bood. De Catalanen eisten een nieuw referendum over het zelfbeschikkingsrecht: ze wilden het referendum dat ze op 1 oktober 2017, zonder toestemming van de vorige regering in Madrid hadden georganiseerd, overdoen maar dit keer mét toestemming van Madrid.
21 punten op tafel
De separatistische onderhandelaars hadden 21 punten op tafel gelegd waaraan de Spaanse regering moest voldoen voor de Catalaanse, separatistische parlementsleden de begroting zouden goedkeuren in het nationale parlement. Ze wilden dat het belangrijke proces tegen de Catalaanse separatistische politici, dat dinsdag in Madrid van start gaat (zie inzet), geseponeerd wordt omdat dat ‘een politiek proces en bijgevolg een juridische farce’ zou zijn. Ze eisten verder een internationale bemiddelaar die tijdens de onderhandelingen beide partijen ‘op voet van gelijkheid’ zou behandelen.
De regering-Sánchez was bereid de dotatie aan de Catalaanse deelstaat serieus te verhogen, ze wilde praten over meer bevoegdheden, maar ze wilde niet de eenheid van Spanje ondermijnen. ‘We zijn ze tegemoetgekomen, maar als ze onder deze voorwaarden niet willen onderhandelen, dan stoppen we er beter mee’, zei de Spaanse vicepremier Carmen Calvo vrijdag.
Verraad aan Spanje
De Spaanse oppositiepartijen ter rechterzijde vinden het schandalig dat de regering zich zover heeft gewaagd, in haar gesprekken met de Catalaanse regering. Ze hadden opgeroepen om gisteren te betogen om het ontslag van de regering te eisen. Volgens de organisatoren waren er niet minder dan 200.000 betogers komen opdagen, de regering telde er maar 45.000. Het was een bont allegaartje dat zich op de Madrileense Plaza de Colón had verzameld. De voorzitters van de Partido Popular en Ciudadanos liepen er naast het extreemrechtse Vox. Sinds Vox in Andalusië gedoogsteun geeft aan de centrumrechtse minderheidsregering, lijkt de partij deel van het normale Spaanse politieke leven uit te maken.
Verder liepen ook de voormalige Peruaanse presidentskandidaat en schrijver Mario Vargas LLosa en Manuel Valls – de Franse politicus die burgemeester van Barcelona wil worden – mee in de optocht. Ze scandeerden dat de sociaaldemocratische regering de Spanjaarden heeft verraden toen ze onderhandelingen aanknoopte met de Catalaanse separatisten en had ingestemd met een internationale bemiddelaar om de kwestie te ontmijnen. De rechtse oppositiepartijen, die de eenheid van Spanje hoog in hun vaandel dragen, vinden dat de Catalanen de toekomst van Spanje op het spel zetten.
Vervroegde verkiezingen
Sánchez staat er nu alleen voor. Hij kan in het parlement voorlopig nog rekenen op de steun van Podemos, maar die linkse partij kan met haar 67 stemmen de PSOE niet aan een meerderheid helpen.
De premier was van plan om woensdag een nieuwe start te nemen. Na acht maanden aanmodderen op basis van de begroting van de vorige regering, wilde hij deze week een eigen begroting indienen met veel linkse accenten. Dat had hij met Podemos afgesproken, toen ze in juni vorig jaar samen, en met de steun van de regionale nationalistische partijen, de regering Rajoy ten val bracht.
Om zijn begroting door het parlement te krijgen, heeft de PSOE niet alleen de stemmen van Podemos, maar ook die van de vijf Baskische nationalisten, de 17 Catalaanse independentistas en enkele andere stemmen nodig. Nu de onderhandelingen met de Catalanen zijn afgesprongen, lijkt het niet waarschijnlijk dat Sánchez hun steun woensdag zal krijgen.
Niemand weet of premier Sánchez het einde van de week zal halen. Aangezien ook de oppositiepartijen geen meerderheid in het parlement hebben, is de kans klein dat zij een vertrouwensstemming zullen vragen. Vicepremier Calvo zei al dat er mogelijk vervroegde verkiezingen komen. Misschien is dat een manier om de Catalanen opnieuw aan de onderhandelingstafel te krijgen. Zij zullen ook beseffen dat ze van een andere –?rechtse?– regering, nog minder gedaan zullen krijgen.
Proces Catalaanse politici begint dinsdag
Volgens de openbare aanklager hebben de verdachten in de aanloop naar het referendum geweld gebruikt, wat aanleiding is om ze voor ‘rebellie’ te vervolgen. Ze riskeren celstraffen van 16 tot 25 jaar.
De meeste beklaagden zitten al meer dan een jaar in voorhechtenis. Vijf verdachten, onder wie de toenmalige minister-president Carles Puigdemont, zijn naar het buitenland gevlucht. Herhaalde pogingen om ze uit te leveren zijn mislukt.