70.000 betogers stapten mee op de grootste klimaatmars ooit in ons land. De bevolking is nog niet moe geprotesteerd, wellicht heeft dat veel te maken met het jeugdige enthousiasme.
De 10-jarige Bent Berghmans vertelt trots dat hij mama en papa heeft aangestoken om te marcheren voor het klimaat. ‘Ze denken al veel na over de natuur, maar ze twijfelden of ze zouden komen. Ik ...
De 10-jarige Bent Berghmans vertelt trots dat hij mama en papa heeft aangestoken om te marcheren voor het klimaat. ‘Ze denken al veel na over de natuur, maar ze twijfelden of ze zouden komen. Ik heb hen overgehaald.’ Elin, zijn zus van 12, is er ook bij. ‘De politici moeten er nu iets aan doen’, roept ze.
Van achter een pancarte verschijnt nog een neefje en een stuk of wat andere familieleden. Ze hebben er een geëngageerd familie-uitje van gemaakt. Bent voert het woord. ‘We hebben op tv een filmpje gezien over dode vogels met plastic in hun maag en een kindje dat zwemt in water vol afval. Nu gebruiken wij geen plastic flesjes meer, maar herbruikbare drinkbussen. We eten ook minder vlees. Maar dat vind ik moeilijk, want vleesvervangers zijn niet lekker.’
Vader Manu wil kwijt dat hij en zijn vrouw bij de vorige klimaatmars ook meestapten. ‘En wat is er de vorige keer gebeurd?’ De kinderen vullen aan: ‘Niets. België heeft neen gezegd op de klimaatconferentie. Ze hebben niet geluisterd naar de bevolking en nu zijn we boos. Het moet ja worden. De politici zullen straks niet meer leven als het hier te erg is. Maar wij wel. Het is onze toekomst.’
Kippenvel op blote benen
Amper drie dagen na de vorige klimaatmars in Brussel trokken gisteren 70.000 betogers door onze hoofdstad. De bevolking is nog niet moe geprotesteerd, integendeel. Wellicht heeft dat veel te maken met het jeugdige enthousiasme. Opnieuw is er opvallend veel ‘jong geweld’ op straat. Scouts en chiro lopen in korte rokjes en dito broeken mee. Kippenvel op de blote benen. In de handen een spandoek: ‘Ik wil een lief voor de aarde vergaat’. Doorweekte schoolkinderen schreeuwen hun frêle stemmetjes schor, achter zelfgemaakte tekeningen van ijsberen, egels en bomen. ‘CO2, weg ermee!’ Vaders dragen hun vuisten ballende zonen op de schouders, moeders duwen buggy’s voort. Kleuters steken pamfletten de lucht in: ‘Wij eisen ijs!’
Wie hier aanwezig is, zal nooit meer durven te beweren dat de jeugd van tegenwoordig alleen maar gelaten achter schermpjes zit. ‘Wij zijn de klokkenluiders’, riep Youth for Climate-organisator Anuna De Wever vanop het podium aan het Europarlement. Het lijkt er inderdaad op dat de jeugd het momentum heeft gecreëerd. Ze hebben hun ouders en grootouders (ja, ook die zijn hier) geïnspireerd. De straat op gelokt.
De 16-jarige Jora Nkwocha-Nweze heeft haar moeder, Ria Dewitte, meegetroond. Samen staan ze ietwat onwennig onder een paraplu. Voor Jora is het haar eerste betoging. ‘Ik kom niet naar de klimaatmarsen op donderdag omdat ik niet zoveel lessen wil missen.’ Ria moet al ver in het geheugen graven om zich haar laatste publieke opstand te herinneren. Ze gaat een viertal decennia terug. ‘Tegen kernenergie.’ Ze is trots dat haar dochter het initiatief nam en haar aanstak met haar engagement. ‘Jora is heel milieubewust, ze is veganiste. Ze doet dit heus niet omdat het een hype is, maar echt vanuit overtuiging. Daar heb ik respect voor.’
Een sneetje salami
Met kleine kinderen protesteren, het is geen evidentie. Urenlang de plas ophouden. Ver stappen. En honger. De 11-jarige Felix mocht donderdag niet spijbelen. Met bijna twintig vriendjes – tussen 6 en 12 – en wat ouders staat hij hier nu. Ze houden hun spandoeken met vogels, bomen en egels hoog. ‘Maak de natuur beeter.’ ‘Doe iets voor het klimaat zodat de wereld neit vergaat.’ Een kniesoor die over de spelling valt, de boodschap is duidelijk. ‘Mama, wanneer mogen we de snoepjes?’ ‘Als de boterhammen op zijn.’ Ze geeft hem een belegd sneetje. ‘Ik wil salami.’ De moeder lijkt zich tegenover de andere aanwezigen te willen excuseren. ‘Euh, wij zijn nog niet vegetarisch.’
‘Het ijs is bijna op, ons geduld ook.’ Marlies Davans is hier met Lux (11), Otis (13) en Wolf (14). ‘We hebben papa moeten thuislaten met het dochtertje van twee.’ Ze vindt het belangrijk om de kinderen bewust te maken van wat er met de wereld gebeurt. ‘Wat ze vandaag hebben beleefd, gaan ze de rest van hun leven onthouden. Ik wil hen leren dat hun stem gehoord wordt. Dat ze niet alles als makke lammetjes moeten slikken. Dat ze eens goed mogen roepen, en dat hebben ze dan ook luidkeels gedaan.’
Seppe (11) zet zijn skibril op en laat zijn pamflet zien aan de massa. ‘Waar is mijn sneeuw?’, vraagt de jongen zich af. Zijn ouders, Michael Sels en Katrien Vancuyck, en zus Lobke (9) hebben geen moment getwijfeld toen ze de regen in bakken naar beneden zagen vallen. Natuurlijk zouden ze komen. ‘Mijn laatste protest dateert van de Golfoorlog’, zegt de vader. ‘Het is frappant dat veel mensen die normaal niet op straat komen, hier samen staan.’ Lobke: ‘Leuk, maar vermoeiend.’ De ouders zouden er niet aan denken hun jonge kinderen naar andere betogingen mee te nemen. ‘Het gaat bijna altijd om polariseren. Terwijl deze betoging mensen net verenigt. Hier geen grimmige sfeer. Iedereen staat samen, over de politieke overtuigingen heen. Knap.’