Nick Cave houdt vragenuurtje
In mei komt Nick Cave naar De Roma, maar deze keer is het niet de bedoeling dat u enkel luistert. Vo...
Freelancejournaliste Lobke Gielkens blogt over hoe ze haar kinderen Kobe (7, rechts), Frauke (6, links) en Mil (14 maanden) gezond leert eten. Sebastian Steveniers
Kind en Gezin raadt aan om kinderen tussen 1 en 3 jaar melkdranken te geven die verrijkt zijn met vitaminen en mineralen. Experts uit binnen- en buitenland stellen dat advies ter discussie. De melkindustrie doet ondertussen gouden zaken.
Als ouder wil je het beste voor je kind. Er zijn talloze producten en diensten die daarop inspelen, van speciale voedingswaren voor peuters tot slimme fopspenen. Maar hebben ouders en kinderen ze écht nodig voor een goede en veilige start?
Vandaag: groeimelk. Morgen: de slaapcoaches.
Freelancejournaliste Lobke Gielkens blogt over hoe ze haar kinderen Kobe (7, rechts), Frauke (6, links) en Mil (14 maanden) gezond leert eten. Sebastian Steveniers
Kind en Gezin raadt aan om kinderen tussen 1 en 3 jaar melkdranken te geven die verrijkt zijn met vitaminen en mineralen. Experts uit binnen- en buitenland stellen dat advies ter discussie. De melkindustrie doet ondertussen gouden zaken.
Brussel‘“Het is toch gemakkelijk. Het is op maat van de kinderen gemaakt. Dat is getest, het kan toch niet slecht zijn?” Dat zijn de typische zinnen die ik in mijn vrienden- en kennissenkring hoor als het over groeimelk gaat.’
Lobke Gielkens is de moeder van Kobe (7), Frauke (6) en Mil (14 maanden). Hoewel het in haar omgeving de norm is om kinderen groeimelk te geven, krijgen haar kinderen gewone koemelk. Ook de jongste, die precies de leeftijd heeft waarvoor Kind en Gezin groeimelk aanraadt: 1 tot 3 jaar.
De freelancejournaliste blogt erover hoe ze haar kinderen gezond en gevarieerd leert eten. Daar gelooft ze meer in dan in de speciale melkdranken voor peuters die met vitaminen, mineralen en gezonde vetzuren verrijkt zijn.
Ouders betalen voor verrijkte melk op jaarbasis 200 euro per kind meer dan voor gewone koemelk
‘Als ouder word je overspoeld met reclame voor industriële voedingsproducten op maat van baby’s en peuters. Als ouder wil je het beste voor je kind en daar spelen die advertenties op in.’
De melkindustrie verdient veel geld met groeimelk. Babynutrition.be, de Belgische federatie van producenten van voeding voor baby’s en peuters, zegt dat de Belgische ouders vorig jaar samen 44,6 miljoen hebben uitgegeven aan groeimelk. Uit marktonderzoek van een fabrikant van groeimelk blijkt ook dat 74 procent van de Belgische kinderen tussen 12 en 30 maanden groeimelk krijgt.
Maar betalen ouders terecht op jaarbasis 200 euro per kind meer dan voor gewone melk? Of is de keuze van ouders als Lobke Gielkens even goed, of zelfs beter?
De Standaard sprak met experts in binnen- en buitenland en ploos wetenschappelijke studies uit, op zoek naar de meerwaarde van groeimelk.
1. Drinken kinderen liever groeimelk dan gewone melk?
Het aanbod groeimelk in onze supermarkten is overweldigend. Er is groeimelk in poedervorm en als kant-en-klare drank, met of zonder toegevoegde suiker, met of zonder speciale smaakjes (karamel, vanille). Volgens de fabrikanten van groeimelk bieden de smaakjes van flesvoeding een variatie in het aanbod, wat ouders kan helpen als kinderen weigeren te eten. Zo zouden ze toch voldoende essentiële voedingsstoffen binnenkrijgen.
Gezondheidsexperts keuren de groeimelk met smaakjes en suiker evenwel af. Ook Kind en Gezin raadt ouders ten stelligste af om daarvoor te kiezen. ‘Door toegevoegde aroma’s vinden kinderen groeimelk heel lekker, waardoor het risico op overvoeding stijgt’, zegt professor Yvan Vandenplas, diensthoofd van de kindergeneeskunde aan het UZ Brussel en voorzitter van de werkgroep voeding van de Vlaamse Vereniging voor Kindergeneeskunde. ‘Ook extra suikers zijn niet gezond.’
Volgens consumentenorganisatie Test Aankoop, die vorige zomer de samenstelling van groeimelken onderzocht, bevat wel een kleine helft van de producten op de Belgische markt een smaakje en/of toegevoegde suikers.
Op internetfora zijn talloze verhalen te vinden van radeloze ouders wier kinderen weigeren om van een bepaald product met een smaakje af te stappen. ‘Onze oudste dochter kreeg vanaf 1 jaar groeimelk met honingsmaak. Na een paar maanden ging het product uit het assortiment. Drama!’, getuigt een moeder van drie kinderen. ‘Uiteindelijk zijn we uitgekomen bij halfvolle melk waarin we zelf een theelepel honing deden. Het was het enige wat ze wilde drinken.’
2. Ontwikkelen kinderen zich beter met groeimelk?
Er zijn weinig studies waarin peuters willekeurig in twee groepen worden gezet: één groep krijgt groeimelk, de andere gewone koemelk. Vervolgens worden de bloedwaarden en/of gezondheidstoestand met elkaar vergeleken. Volgens de Duitse overheidsdienst Bundesamt für Risicobewertung (BFR) zijn er zelfs geen studies met grotere groepen kinderen die onafhankelijk van de melkindustrie uitgevoerd zijn. Er is dus weinig hard bewijs in het voordeel van groeimelk.
Ter illustratie: begin vorig jaar haalde een studie over peuters en groeimelk de media. De studie was gesponsord en mee uitgevoerd door een groot melkbedrijf. Peuters die groeimelk kregen, hadden in die studie meer ijzer en vitamine D in het bloed.
Het BFR ziet evenwel ‘ernstige’ tekorten op methodologisch vlak in de studie. Hoewel ‘gezonde’ kinderen zouden hebben deelgenomen aan de studie, is een deel van hen gerekruteerd voordat de kinderen in een ziekenhuis een operatie zouden ondergaan. Mogelijk heeft de ziekenhuisopname de voedingsgewoonten of bloedwaarden van de kinderen beïnvloed.
De Belgische ‘consensustekst’ over groeimelk stelt expliciet dat er ‘een gebrek aan goede data’ is om te weten of groeimelk aanbevolen moet worden of niet.
3. Hebben kinderen de vitaminen en mineralen in groeimelk nodig?
Een peuter die evenwichtig eet, krijgt voldoende vitaminen en mineralen binnen – behalve vitamine D dat tot 6 jaar extra moet worden gegeven. Daarover is er weinig discussie onder experts. De Belgische consensustekst over groeimelk stelt evenwel dat veel peuters de voedingsaanbevelingen niet halen. Mede daarop baseert Kind en Gezin zijn advies over groeimelk (zie hiernaast).
‘Groeimelk is niet noodzakelijk als het kind gevarieerd eet, maar “goede groeimelk” maakt het ouders gemakkelijker’, zegt professor Vandenplas (UZ Brussel), de hoofdauteur van de consensustekst. ‘Veel ouders lukt het niet om hun kinderen via een gevarieerd eetpatroon met voldoende vitaminen en mineralen te voeden.’
Het Voedingscentrum, dat door de Nederlandse overheid gesubsidieerd wordt om adviezen te formuleren, vindt dat geen juist argument om alle kinderen groeimelk aan te raden. ‘Het risico is dat ouders denken: mijn kind wil geen groentjes eten en ik hoef er ook niet op aan te dringen omdat het toch nog groeimelk krijgt’, zegt Astrid Postma-Smeets, experte Voeding en Gezondheid. ‘Kinderen moet een gezond voedingspatroon worden aangeleerd, zeker als basis voor later.’
Ook professor Christophe Matthys, voedingsexpert aan de KU Leuven, gaat er niet mee akkoord dat de overheid ouders op grote schaal adviseert om peuters groeimelk te geven. ‘Als we volwassenen zouden screenen, zouden we bij 10 tot 20 procent ontdekken dat ze tekorten hebben van bepaalde vitamines. De overheid zou dan strategieën ontwikkelen om dat te verhelpen, op maat van de kwetsbare groepen. Tegen hen zouden we ook niet zeggen: je hoeft je voeding niet te verbeteren, neem maar een vitaminepil.’
Kinderen die wel een gevarieerd voedingspatroon hebben, zouden van sommige vitamines heel hoge dosissen opnemen als ze de maximale aanbevolen hoeveelheid groeimelk drinken (500 milliliter), blijkt uit berekeningen van de Duitse overheidsdienst BFR. Zeker voor vitamine A is dat niet zonder gevaar. Een langdurige hoge inname daarvan kan leverschade veroorzaken.
4. Is het hoge eiwitgehalte van gewone koemelk schadelijk?
Groeimelk bevat minder eiwitten dan gewone melk, wat ze gezonder zou maken voor peuters. Maar dat is het meest omstreden punt als het om groeimelk gaat.
Voor kinderen jonger dan een jaar is duidelijk aangetoond dat ze een hoger risico lopen op overgewicht als ze veel eiwitten binnenkrijgen. Dat is een van de redenen waarom Europa strikte regels oplegt over de samenstelling van industriële zuigelingenvoeding. Maar of ook bij peuters ouder dan een jaar de eiwitopname moet worden beperkt om overgewicht te voorkomen, staat niet vast.
‘In het eerste levensjaar dreigt de stofwisseling voor de rest van het leven beïnvloed te worden door te veel eiwitten’, zegt Kasper Hettinga, die als professor aan de Universiteit Wageningen melkeiwitten voor jonge kinderen onderzoekt. ‘Maar of een “teveel” aan eiwit ná het eerste levensjaar een risico op overgewicht betekent voor kinderen, daarover kunnen we niets zeggen.’
Professor Vandenplas neemt het zekere voor het onzekere. ‘Groeimelk is zeker niet slechter dan koemelk. Misschien is groeimelk zelfs beter. Misschien – groot vraagteken – dring je daarmee zelfs het obesitasprobleem met een paar procent terug.’
Voor eiwitexpert Hettinga daarentegen is de bewijslast te zwak om een algemeen advies in het voordeel van groeimelk af te kondigen. Hij hekelt dat ouders groeimelk als de normale volgende stap zien voor peuters. ‘Groeimelk wordt in gelijkaardige verpakking verkocht als zuigelingenvoeding, met hetzelfde logo en hetzelfde ontwerp. Ouders denken daardoor dat groeimelk het logische vervolg is als hun kind één jaar is geworden.’
‘Kind en Gezin adviseert sinds enkele jaren om na een opvolgvoeding (tot 12 à 18 maanden) bij voorkeur voor een groeimelk te kiezen. Maar we laten de keuze volledig bij de ouders. Ze kunnen ook volle koemelk geven aan hun kinderen. Hierbij benadrukken we wel het belang van een evenwichtige voeding en vitamine-D-supplementen. Hoewel groeimelk extra ijzer en vitamines bevat, blijft een evenwichtige voeding belangrijk.’
‘Kind en Gezin baseert zich voor zijn adviezen steeds op wetenschappelijke studies. De basis voor dit advies ligt in de CHOP-study (Childhood Obesity Programme). Daaruit blijkt dat een hoger eiwitgehalte in de zuigelingenvoeding gelinkt is met een hoger lichaamsgewicht tijdens de eerste twee levensjaren. Een lagere eiwitopname tijdens kinderjaren zou het latere risico op overgewicht verkleinen.’
‘Het Europees Voedselagentschap EFSA stelt dat groeimelk een van de middelen is om de inname van meervoudig onverzadigde vetzuren, ijzer en vitamine D van peuters verhogen. Toch acht het EFSA groeimelk niet noodzakelijk. Er wordt verwezen naar producten als verrijkte granen, verrijkte koemelk en andere om in noden te voorzien. Men kan de bedenking maken wat het verschil is met groeimelk.’ (mec)