Youtube krijgt pedofilieprobleem niet onder controle
Gore mannen die ziekmakende commentaren publiceren onder onschuldige video’s van kinderen: het gebeu...
In een fabriek in de Chinese stad Wuhan worden lcd-schermen gemaakt. rtr
3 vragen
3 vragen
In een fabriek in de Chinese stad Wuhan worden lcd-schermen gemaakt. rtr
BrusselIn Peking strijkt vandaag een indrukwekkende Amerikaanse regeringsdelegatie neer. Ze komt met een waslijst klachten over China’s handelsbeleid, dat volgens president Donald Trump zijn land zware schade toebrengt. Ze worden ontvangen door vicepremier Liu He, die zelf economie studeerde aan Harvard en niet van plan is veel toe te geven.
China is zegezeker. Het vindt zijn economische model en samenlevingsmodel superieur aan het westerse en het is zich scherp bewust van zijn economische macht en groeiende geopolitieke invloed. Het resultaat van het tweedaagse gesprek is ook van vitaal belang voor Europa, dat nu het slachtoffer is van Trumps invoertarieven én van China’s technologiediefstal. Trumps bekommernissen worden dus, zeker deels, gedeeld in Brussel. Alleen lijkt hij niet te beseffen hoe belangrijk een eensgezind front is.
Een opbod met invoertarieven, dat sinds januari aan de gang is, staat op het punt uit te monden in een uit de kluiten gewassen handelsoorlog. Trump vindt handelsoorlogen ‘goed’ en ‘gemakkelijk te winnen’. Maar 1.100 topeconomen herinneren de president in een open brief, die vandaag gepubliceerd wordt, aan het desastreuze protectionisme van de jaren dertig dat zich dreigt te herhalen.
De president is gebeten op het Chinese handelsoverschot met de VS, dat hij op 375 miljard dollar per jaar raamt. Dat moet per direct met 100 miljard worden verminderd.
Trump schrijft het overschot toe aan China’s oneerlijke praktijken. Peking wijst volgens The New York Times op het verschillende spaargedrag in beide landen. Amerikanen doen al hun geld op, een groot deel ervan aan Chinese producten. Chinezen zijn erg spaarzaam, zodat er middelen beschikbaar zijn voor wereldwijde investeringen. Beide standpunten hebben aanhangers in Washington.
De Amerikaanse ondernemers manen de president aan zich niet blind te staren op het handelsoverschot, maar te focussen op de opening van de markt voor buitenlandse investeerders. Nu worden zij gedwongen een joint venture aan te gaan met Chinese partners en technologische kennis met hen te delen.
Daarbovenop komt nog regelrechte spionage, zowel cyberspionage als ouderwetse cloak-and-dagger. De afgelopen twintig jaar kostte deze diefstal de VS pakweg 600 miljard dollar, schat James Lewis van het Center for Strategic and International Studies. Hij spreekt van een ‘onwettelijke subsidie’ voor Chinese bedrijven, omdat ze op die manier minder moeten uitgeven aan onderzoek en ontwikkeling.
Maar niets verontrust de Amerikanen meer dan China’s inspanningen – ‘Made in China 2025’ genoemd – om zijn economie om te buigen van assemblage naar hightech. Daartoe wordt 300 miljard dollar gepompt in tien sleutelsectoren, zoals robotica, lucht- en ruimtevaart, schone auto’s, artificiële intelligentie en halfgeleiders. Trump eist een aanzienlijke inperking van die subsidiepot.
Onderhandelaar Robert Lighthizer wil naar eigen zeggen China’s economische systeem niet veranderen. Dat zou ook niet lukken. Peking wil niet tornen aan de door de overheid gesubsidieerde modernisering van zijn industrie. Het beschouwt ‘Made in China 2025’ als een vitaal belang.
Het land is volgens The New York Times wel bereid om het aandeel dat buitenlandse investeerders in zijn financiële en autosectoren kunnen verwerven, op te trekken. Strengere regels in verband met intellectuele eigendom zijn evenmin uitgesloten.
De Chinezen zijn zelfs bereid te praten over het handelsoverschot, al zal de manier waarop ze dat willen aanpakken de Amerikanen niet zinnen. Ze willen met name meer hoogtechnologische Amerikaanse producten aankopen – iets wat Washington altijd heeft geblokkeerd vanwege mogelijk militair gebruik.
China weigert te buigen voor bedreigingen en temperde de verwachtingen ‘De tijd dat China gedwongen kon worden om zijn deuren te openen, is lang voorbij’, schreef de staatskrant China Daily.