Goochelen met glaasjes alcohol
Levensverkorting berekenen per glas alcohol moeten we vooral niet doen. Reconstructie van een dwalin...
Na 22/3 schreven mensen boodschappen met krijt op het Beursplein, sommige in het Arabisch. blg
Arabisch roept nog altijd veel weerstand op in België. Volgens Mohamed Ikoubaân verdient de taal nochtans een plaats in het onderwijs. Dat zou helpen om vooroordelen te bestrijden.
Na 22/3 schreven mensen boodschappen met krijt op het Beursplein, sommige in het Arabisch. blg
Arabisch roept nog altijd veel weerstand op in België. Volgens Mohamed Ikoubaân verdient de taal nochtans een plaats in het onderwijs. Dat zou helpen om vooroordelen te bestrijden.
Wie? Directeur van Moussem.
Wat? In Brussel is Arabisch de op drie na meest gesproken taal, maar toch wordt ze door veel mensen nog niet aanvaard. Dat zoveel mensen er bang van zijn, getuigt van onwetendheid.
Het is vanavond alweer tijd voor een nieuwe aflevering van The Voice van Vlaanderen. Vorige week gingen publiek en jury collectief uit de bol voor Nabil Khemir – de eerste deelnemer die in het Arabisch zingt (DS 15 september). Een positief signaal dat het met de aanvaarding van het Arabisch de goede kant op gaat, maar we zijn er nog lang niet.
Op 27 september presenteren we in Bozar Ceci n’est pas une valise, een literair project van de BrusselsMarokkaanse dichter Taha Adnan. Adnan liet zeventien Arabische auteurs in ons land aan het woord over België in hun schrijftaal, het Arabisch. De meeste van die auteurs zijn nobele onbekenden voor het grote publiek, want ze worden uitgegeven in Casablanca of Beiroet en zelden vertaald naar een of meer van onze landstalen.
Die situatie roept vragen op. Wat is de plaats van de Belgisch-Arabische auteurs in de Belgische literatuur? En verdient het Arabisch in het bijzonder, en de moedertaal van veel nieuwe Belgen meer algemeen, een plaats in onze samenleving met haar taalwetten en taalgrenzen?
Het volstaat in Europa dat ze je ‘betrappen’ met een Arabisch boek om je verdacht te maken, ook al het gaat om de ‘Kamasutra’
Wat maakt in een multiculturele en meertalige samenleving dat een schrijver een onderdeel van het literaire landschap of van de canon van een land wordt? Is schrijven in een officiële taal van een land het enige criterium? Kan een auteur uit Vlaanderen die in het Arabisch, Turks of Pools schrijft, beschouwd worden als een Vlaamse auteur, en kan hij aanspraak maken op een plek onder de wolken van de Vlaamse literatuur? In Vlaanderen, uitgezonderd enkele kleine en losse initiatieven, blijft dit onderwerp onontgonnen terrein.
Ideologie en hysterie
In het Verenigd Koninkrijk worden Arabische schrijvers sneller vertaald naar het Engels. Zo integreren ze makkelijker in de club van de ‘Britse literatuur’. In Marokko verkiezen veel auteurs het Frans (de taal van de ex- kolonisator Frankrijk) als schrijftaal. Niemand stelt in vraag dat ook zij een wezenlijk onderdeel vormen van de Marokkaanse literatuur. Ook de literatuur geproduceerd door de Marokkaanse diaspora in alle mogelijke talen wordt beschouwd als Marokkaanse literatuur. Rachida Lamrabet en Abdelkader Benali zijn dus, behalve respectievelijk Vlaamse en Nederlandse auteurs, ook Marokkaanse auteurs. Ook voor de recent opgerichte vereniging van Arabische schrijvers in Europa, de Arab European Writers Association, is de taal waarin auteurs schrijven onbelangrijk. Een link naar of een band met de Arabische wereld volstaat om een auteur ook als Arabisch te beschouwen.
Het Arabisch of een andere vreemde taal in het dagelijkse leven aanvaarden, is van een andere orde. Het is vanzelfsprekend dat in een land een gemeenschappelijke taal of talen nodig zijn om met elkaar te kunnen communiceren en samenleven. Maar niets belet ons om de talen van de nieuwkomers te waarderen en een plaats te geven. In Vlaanderen is de taal helaas een ideologie geworden. Sommige politici reageren hysterisch bij elk voorstel of idee om deze taal, ondertussen de op drie na meest gesproken taal in Brussel, te erkennen of te onderwijzen in onze scholen. De argwaan tegen de taal is niet nieuw. Ook in Spanje werd na de inquisitie het Arabisch verboden. Atatürk, de stichter van seculiere Turkije, verving het Arabische alfabet door het Latijnse.
Hangende gedichten
Dat het Arabisch nog zoveel weerstand oproept, komt omdat het gereduceerd wordt tot de taal van de Koran en de islam. Dat getuigt van veel vooroordelen en onwetendheid. Het volstaat vandaag in Europa om in het openbaar ‘betrapt’ te worden met een Arabisch boek om je verdacht te maken, ook al het gaat om de Kamasutra in het Arabisch. In de pre-islamitische periode was Arabisch vooral de taal van de poëzie. De dichtkunst uit die periode, waarvan de meeste bekende Al-Mu‘allaqāt of hangende gedichten zijn, is de mooiste ooit door Arabieren geproduceerd. Bovendien was de taal in de gloriejaren van de islam de taal van wetenschap en filosofie en van handel en diplomatie.
Arabisch aanbieden in ons onderwijs zou een grote maatschappelijke relevantie hebben. Het zal ons allemaal helpen om de Arabische culturen beter te begrijpen en de rijkdom en schoonheid van deze taal te ontdekken, los van bepaalde reducerende religieuze interpretaties. En diegenen die vandaag bang zijn van het Arabisch, moeten weten dat ze nog altijd Arabische cijfers gebruiken om hun centen te tellen en dat veel courante Vlaamse woorden hun oorsprong in het Arabisch vonden. Wie weet zingen we dan wel gezamenlijk mee met Nabil Khemir in de finale van The Voice van Vlaanderen.