Naast het Lumumbaplein komt het Lumumbaplein
Reportage Na ruim tien jaar actievoeren is het zover: Brussel krijgt een officieel Lumumbaplein. He...
Martin Melchers beheert de tijdelijke natuur op de braakliggende haventerreinen van Amsterdam.
Nederland reserveert
Natuur en economie staan vaak lijnrecht tegenover elkaar. Onze noorderburen hebben een compromis uitgedokterd dat prima lijkt te werken: tijdelijke natuur. Dieren en planten mogen zich ongestoord ontwikkelen op braakliggend terrein, maar bij exploitatie moeten ze onverbiddelijk weg. Wanneer volgt Vlaanderen?
Natuur en economie staan vaak lijnrecht tegenover elkaar. Onze noorderburen hebben een prima compromis uitgedokterd: dieren en planten mogen zich ongestoord ontwikkelen op braakliggend terrein, maar bij exploitatie moeten ze onverbiddelijk weg. Wanneer volgt Vlaanderen?
Martin Melchers beheert de tijdelijke natuur op de braakliggende haventerreinen van Amsterdam.
Nederland reserveert
Natuur en economie staan vaak lijnrecht tegenover elkaar. Onze noorderburen hebben een compromis uitgedokterd dat prima lijkt te werken: tijdelijke natuur. Dieren en planten mogen zich ongestoord ontwikkelen op braakliggend terrein, maar bij exploitatie moeten ze onverbiddelijk weg. Wanneer volgt Vlaanderen?
Natuur en economie staan vaak lijnrecht tegenover elkaar. Onze noorderburen hebben een prima compromis uitgedokterd: dieren en planten mogen zich ongestoord ontwikkelen op braakliggend terrein, maar bij exploitatie moeten ze onverbiddelijk weg. Wanneer volgt Vlaanderen?
‘Telkens wanneer ik een kolonie padden moet verplaatsen of een groepje orchideeën moet verplanten voel ik me om m’n ziel getrapt’, zegt Martin Melchers, voormalig stadsecoloog van Amsterdam. ‘Maar wat hier weggaat, komt er ergens anders weer bij.’ De 72-jarige Melchers beheert voor Havenbedrijf Amsterdam de natuur in Westpoort, het westelijke deel van de Amsterdamse haven. Op de braakliggende terreinen die wachten op exploitatie laat hij padden- en kikkerpoelen graven en werpt hij aarden wallen op waarin oeverzwaluwen zich kunnen nestelen. Op de terreinen aan het Noordzeekanaal worden paaiplaatsen voor vissen ingericht of wordt de oever ‘nestvriendelijk’ gemaakt voor ijsvogels, plevieren en andere broedvogels. En in de talloze open corridors zorgt Melchers ervoor dat vossen en bunzings het naar hun zin hebben.
Je zou de Amsterdammer de conciërge kunnen noemen van de 200 hectare natuur in Westpoort. Dat Havenbedrijf Amsterdam in de eerste plaats aan de natuur denkt als tijdelijke bestemming voor zijn gronden is een gevolg van de wettelijke regeling die in Nederland al sinds 2009 in voege is, en die toelaat dat op braakliggend terrein met een ‘harde’ bestemming – haven, industrie, woningbouw – zogenaamde ‘tijdelijke natuur’ wordt ontwikkeld.
Europa kijkt met interesse naar het succes van het natuurproject in de haven van Amsterdam.
Nachtmerrie
Dat mocht vóór 2009 natuurlijk ook al. Maar grondeigenaars zijn er meestal als de dood voor om de natuur zomaar haar gang te laten gaan – het nachtmerriescenario van de zeldzame soort die de exploitatie hypothekeert, u weet wel. ‘Vroeger was het ook onze gewoonte om braakliggende gronden intensief te maaien, zodat de natuur er zich niet kon ontwikkelen’, zegt Remco Barkhuis, hoofd infrastructuur bij Havenbedrijf Amsterdam. ‘Nu kun je als bedrijf bij het ministerie een ontheffing van de fauna- en florawetgeving aanvragen, een juridische garantie dat de natuur straks ook weer mag worden weggehaald. Cruciaal aan die ontheffing is dat ze moet worden verleend vóór je met tijdelijke natuur aan de slag gaat.’ Zo’n ontheffingsaanvraag kan trouwens soorten omvatten die beschermd zijn op basis van strenge Europese wetgeving.
In een context waarin natuur en economie vaak onverzoenlijk lijken – denk aan het beruchte Essersbos – kan tijdelijke natuur een lichtpunt zijn
Momenteel wordt onder supervisie van Melchers een stukje haventerrein van 8 hectare opgeruimd waar de natuur vijf jaar lang haar gang heeft kunnen gaan. Het was het eerste gebied waarvoor in Nederland een ontheffing werd goedgekeurd, waardoor het meteen een juridische testcase werd. Een natuurvereniging pruttelde dat het terrein een ecologische val zou kunnen worden, een aantrekkelijk stukje natuur waar dieren uit de buurt naar zouden migreren. ‘Maar we hebben toch groen licht van de rechter gekregen’, zegt Barkhuis. ‘Bij tijdelijke natuur gaat het meestal om gebieden die interessant zijn voor dynamische pionierssoorten, zoals de rugstreeppad en de orchideeën op dit terrein. Een rugstreeppad loopt in één nacht zo’n terrein over, en orchideeënzaden waaien kilometers met de wind mee. Natuurlijk moet je in de ontheffingsaanvraag wel alternatieve habitats in de buurt vermelden.’
De regeling blijkt een succes bij onze noorderburen. Inmiddels groeit en bloeit er al op meer dan 2.000 hectare tijdelijke natuur. Daar zit veel haventerrein bij, maar ook bouwgronden van projectontwikkelaars die door de ingestorte huizenmarkt in Nederland geen kopers vinden.
Martin Melchers.
Tempo
Intussen rijpen ook de geesten in Vlaanderen. In een context waarin natuur en economie vaak onverzoenlijk lijken – denk aan het beruchte Essersbos – kan tijdelijke natuur een lichtpunt zijn. Het concept geniet immers de steun van het bedrijfsleven (zie inzet). In Vlaanderen zou minstens 17.000 hectare aan braakliggend terrein liggen te wachten op een economische bestemming. Volgens Hendrik Schoukens, assistent aan de vakgroep Europees, Publiek en Internationaal Recht van de UGent en advocaat gespecialiseerd in milieurecht, kan de tijdelijke natuur een flinke boost geven aan de bedreigde biodiversiteit. ‘Het voordeel van tijdelijke natuurgebieden is dat ze tegen het tempo van de privésector worden aangelegd’, zegt Schoukens. ‘Dat staat in schril contrast met de snelheid waarmee onze overheid de permanente natuur- en bosgebieden uitbreidt.’
Inmiddels groeit en bloeit er in Nederland al tijdelijke natuur op meer dan 2.000 hectare ongebruikt terrein
Schoukens denkt wel dat het concept eerst duidelijk moet worden afgebakend om perverse effecten te voorkomen. ‘Tijdelijke natuur moet altijd worden beschouwd als iets extra. Bedrijven mogen het niet gebruiken als compensatie wanneer ze elders waardevolle natuur vernietigen, en de overheid mag tijdelijke natuur niet zien als een alternatief voor permanente natuurgebieden.’
In 2014 maakte Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege (CD&V) een aanzet met het ontwerp van een rondzendbrief, maar drie jaar later is die nog dode letter. Op haar kabinet is te horen dat ze een groot voorstander is van tijdelijke natuur en dat ze de natuurverenigingen in Vlaanderen uitnodigt om ‘ernstig na te denken over een sluitend juridisch kader’. ‘We moeten immers vermijden dat er achteraf discussies ontstaan over het tijdelijke karakter van de natuur’, klinkt het.
Melchers is zowat de conciërge van 200 hectare natuur.
Succes
Uit het antwoord van de minister op een recente parlementaire vraag van Elisabeth Meuleman (Groen) blijkt nochtans dat ze de verankering van tijdelijke natuur in de Vlaamse natuurwetgeving niet nodig acht. De bestaande regels zouden volstaan om het concept toe te passen. Om de natuur te mogen verwijderen moet een grondeigenaar gewoon een afwijkingsaanvraag indienen bij het Agentschap voor Natuur en Bos.
Schauvliege geeft toe dat die procedure enkel van toepassing is op Vlaamse soorten en habitats. Voor Europees beschermde dieren en planten kan er geen juridische garantie worden gegeven. Maar daar kan de Nederlandse aanpak inspireren. Volgens Hendrik Schoukens heeft de Europese Commissie zich al positief uitgelaten over tijdelijke natuur. ‘In Nederland hebben alle ontheffingen die tot nu toe zijn verleend, standgehouden voor de rechter.’ De Gentse milieuadvocaat hoopt dat de minister haar rondzendbrief alsnog op de bus doet. Tegelijk pleit hij voor de vlucht vooruit. ‘Honderd procent juridische zekerheid bestaat niet. We moeten met een paar successen andere bedrijven over de streep trekken. Een proefproject waarbij aan een bedrijf een ontheffing voor een terrein wordt verleend, kan daarbij helpen. Idealiter vecht een milieuvereniging die ontheffing aan bij de rechter, waardoor we de juridische houdbaarheid kunnen testen.’
Verschillende bedrijven in ons land zijn de tijdelijke natuur genegen. Zandwinningsbedrijf Sibelco ijvert bijvoorbeeld al jaren voor de implementatie van het concept in Vlaanderen. ‘Eigenlijk staan we te popelen om tijdelijke natuur te ontwikkelen op de terreinen rond onze groeven’, zegt Aaike Verlinden, duurzaamheidsmanager bij Sibelco. ‘Maar we willen de garantie dat deze gebieden straks ook weer kunnen worden ontgonnen.’
Op zijn zilverzandgroeve in Lommel wil Sibelco een ecologische corridor aanleggen van hoogwaardige natuur die loopt van de Lommelse Sahara tot aan het Waaltjesbos. Verlinden: ‘Met droge heide en structurele elementen zoals zandduinen willen we soorten als de gladde slang, de heivlinder en de rugstreeppad een duwtje in de rug geven.’