‘Soms ga ik op café stiekem mijn telefoon checken op het toilet.’ Televisiemaakster Cath Luyten schaamt zich een beetje over haar bekentenis, maar Lieven De Marez, professor nieuwe ...
Digitale detox
Koop een wekker (en een horloge en een radio en een fototoestel)
| Eva Berghmans, foto’s Jimmy KetsNee, natuurlijk willen we niet meer van onze smartphone af, het leven is al ingewikkeld genoeg. Maar het helpt wel als hij niet de regie over dat leven heeft. Vijf virtuele junkies lieten zich tien weken helpen om niet langer de slaaf te zijn van hun digitale dealer. ‘Wow, ik heb een halfuur per dag gewonnen.’
Digitale detox
Koop een wekker (en een horloge en een radio en een fototoestel)
| Eva Berghmans, foto’s Jimmy KetsNee, natuurlijk willen we niet meer van onze smartphone af, het leven is al ingewikkeld genoeg. Maar het helpt wel als hij niet de regie over dat leven heeft. Vijf virtuele junkies lieten zich tien weken helpen om niet langer de slaaf te zijn van hun digitale dealer. ‘Wow, ik heb een halfuur per dag gewonnen.’


‘Soms ga ik op café stiekem mijn telefoon checken op het toilet.’ Televisiemaakster Cath Luyten schaamt zich een beetje over haar bekentenis, maar Lieven De Marez, professor nieuwe media aan de universiteit van Gent, herkent het gedrag. Geregeld beantwoordt hij thuis om de hoek enkele mails, om zijn vrouw niet op de zenuwen te werken. En Lidewij Nuitten haat het van zichzelf dat ze tijdens gesprekken zo vaak haar telefoon bekijkt, uitgerekend zij die dankzij Iedereen beroemd bekendstaat als ‘het meisje dat echt contact promoot’. Filmmaakster Lenny Van Wesemael wil dan weer graag wat minder telefoonverkeer in het gezin en met haar vrienden, maar vindt het moeilijk om regels voor sociaal contact af te dwingen, omdat ze Facebook niet kan missen. Net als ondergetekende kunnen ze geen moment van de dag meer zonder hun smartphone. Maar verslaafd? Nee.
Toen ik hen het voorstel deed om samen een digitale ontwenningskuur te volgen, was de eerste reactie er één van ontkenning. Lieven verschuilt zich achter werkethiek – de mailbox dient continu gemonitord. En Cath is zelfs lichtjes verontwaardigd als ik haar inviteer om tot ons zelfhulpgroepje toe te treden. Nochtans gaf ze zelf in het Radio 1-programma Hautekiet toe dat ze ’s ochtends eerst naar haar telefoon kijkt en dan naar haar man (‘Dat was een boutade! Zolang de ochtendknuffel langer duurt dan de telefooncheck, is er toch geen probleem?’).
Lenny, Lidewij en ik zitten met een vaag gevoel van onbehagen. Maar wat? Kijk eens hoe briljant georganiseerd we zijn dankzij onze telefoons. ‘Hou jezelf niet voor de gek’, zegt Christine Wittoeck, die sinds haar burn-out haar technologie aan de leiband heeft gelegd. ‘Jullie worden allemaal geleefd door jullie smartphone.’ Zij zal ons de komende twee maanden door de digitale detox loodsen, om ons de regie over ons leven terug te geven.
Wild beest
Maar is dat vage onbehagen over de alomtegenwoordigheid van smartphones geen kramp van misplaatste nostalgie, iets waarvan de digital natives geen last zullen hebben? De Marez: ‘Elke nieuwe technologie is als een wild beest dat moet worden getemd. Bij alles wat voor de smartphone kwam, hielp het dat die dingen nog een plek en een tijd hadden. De pc, bijvoorbeeld, stond in je bureau en diende om te werken. De tv stond in de woonkamer en diende ter ontspanning. De smartphone heeft alle vormen van communicatie losgetrokken van hun context. Alles kan op elk moment. Daardoor heeft hij ons gedomesticeerd in plaats van omgekeerd. En wij weten nog dat het anders kan, maar wie in 2006 als twaalfjarige een telefoon kreeg en nu zijn eerste job vindt, die weet niet waar te beginnen.’
Zelfs wie de intrede van de e-mail op de werkvloer meemaakte, heeft de mythe dat de smartphone ons geweldig efficiënt zou maken, gretig omarmd. Nooit meer een verloren moment, altijd verbonden, altijd paraat om eender welk probleempje op te lossen. ‘Eén advies geef ik iedereen’, zegt Christine Wittoeck. ‘Koop een wekker. Dan kun je je telefoon tenminste uit de slaapkamer laten. Het bespaart je ’s ochtends de stress die je onvermijdelijk toch krijgt van alles dat binnenloopt. Je slaapt beter. En je verspeelt geen kansen meer op intimiteit.’
Zalig, concluderen Cath, Lidewij en Lenny, die het advies meteen volgden. ‘Ik gun mezelf veel meer mijn slaap, nu ik mijn telefoon niet langer mee naar bed neem’, zegt Lidewij. ‘Ik lees nog wel even, maar zit niet meer tot een gat in de nacht op Facebook te scrollen. En wakker worden met klassieke muziek is heerlijk. Soms zet ik mijn telefoon pas aan als ik op mijn werk kom. Dat doet geweldig deugd, zolang mijn moeder niet denkt dat ik verkracht of vermoord ben.’
Uit het oog
Discipline is het halve werk. Die kun je proberen te kweken, of je kunt ze uitbesteden. Als je telefoon niet naast je bed ligt, moet je je ’s morgens niet inhouden om Twitter te checken voor je je liefste kust – nu ik erover nadenk: hoe is het in godsnaam zo ver kunnen komen dat we dat niet als een voldoende reden voor een scheiding zien? Als je een horloge draagt, hoef je niet meer op je smartphone te kijken om te weten hoe laat het is.
Telefoon- en appbouwers hebben al vele zaken bedacht om je aandacht te trekken: pingende geluidjes, zoevende envelopjes, oplichtende boodschappen – ons brein vindt het geweldig lekker, niets zo onweerstaanbaar als een knapperig brokje verse en beloftevolle informatie. Allemaal uitzetten, adviseert Christine, ‘en maak ook dat je je telefoon uit het zicht legt. Zo geef je je brein het signaal dat hij niet belangrijk is.’
Dat blijkt wonderwel te werken. Na twee dagen afkicken kost het nog amper moeite om jezelf te bedwingen. Lieven De Marez rijdt veel veiliger, sinds zijn telefoon op de achterbank ligt. Mijn artikels zijn aanzienlijker sneller getikt, sinds mijn telefoon in mijn handtas blijft zitten én ik mijn mailbox sluit.
Toegegeven: dat werkt alleen als je brein er gerust op is. Hoe beter je georganiseerd bent, hoe geruster je bent. ‘We zijn zoveel gaan uitstellen sinds we allemaal een telefoon op zak hebben’, zegt Cath. Het resultaat? Een totale afhankelijkheid van onze smartphone, om te zien waar het beste restaurant in de buurt is, om nog snel een tafel in dat restaurant te boeken, om er de weg naartoe te vinden. En voor je het weet, post je onderweg toch nog iets op Instagram – of loop je je te ergeren omdat de internetverbinding niet stabiel is.
‘Het was jaren geleden dat onze reisroute op voorhand vastlag’, vertelt Cath, die na haar ontkenningsfase besliste om radicaal zonder smartphone op vakantie te gaan. ‘Wat een luxe. Wat een rust. Alle tijd die we hadden om rond te kijken, te praten, te spelen en te genieten.’
Ik ben jaloers als ik het hoor. Het was dé les van mijn vakantie, waarvan alleen de eerste week voorbereid was. Niet dat het onvoorziene vervelend is, integendeel, maar de neveneffecten van toch nog even je mobiele data in te schakelen om een camping te zoeken, wegen zwaarder door dan verwacht. Telkens blinkt daar weer de verleiding: het aantal mails dat opgelopen is, WhatsApp dat roept, Facebook dat lonkt. Zelfs getraind vlees blijkt zwak. En de reactie is onverbiddelijk. ‘Mama, doe je telefoon nu eens weg.’
Hoe radicaler, hoe beter, daarover is het hele digitale-detox-team het eens. Niet zo radicaal dat de smartphone vanaf nu moet thuisblijven, maar tegen je grootste valkuilen helpt alleen strengheid. ‘Ik ben zo blij,’ zegt Lenny Van Wesemael bij de laatste ontmoeting van onze zelfhulpgroep, ‘dat ik de Facebook-app eindelijk van mijn telefoon heb gegooid. Nu ben ik perfect gelukkig met Facebook op mijn laptop. Ik kijk een of twee keer per dag en heb niet meer het gevoel dat ik tijd zit te verknoeien, alsof ik wegloop van wat echt belangrijk is.’
Afkicken op papier
Haar zoontje. Een sandaal op een terras. Twee rollerblades. Lenny stapt binnen met een schetsboek onder de arm. Het is onze tussentijdse bijeenkomst, haar tekeningen zijn de vrucht van haar voornemen om een tekening te maken telkens als ze de dwang om Facebook te checken, voelde opkomen.
Ook Lidewij – met haar 24 nochtans een digital native – schakelde voor de duur van haar detoxvakantie, in haar eentje op de fiets van Lier naar Pamplona, over op een notitieboekje en een pen. ‘Ik neem altijd een boekje mee op reis, maar dit is de eerste keer dat ik het ook volgeschreven krijg.’ Het heeft haar deugd gedaan dat ze geen gevolg kon geven aan haar drang om dingen te posten – ‘dat hielp om veel meer van het moment te genieten’.
Is de papieren wereld per se inspirerender dan de digitale wereld? Natuurlijk niet. Het is de leegte die inspireert, en laat het nu exact de leegte zijn die we nog zo moeilijk kunnen verdragen, omdat er op elk moment wel iets te gebeuren staat op onze telefoon. En als er niets gebeurt, kunnen we met een welgemikte post iets laten gebeuren – likes, erkenning, bevestiging.
Je hoofd heeft ruimte nodig om creatief te zijn, of zelfs om andermans creativiteit een kans te geven. ‘Neem televisie’, zegt Lidewij. ‘Als je met je telefoon in de aanslag naar een programma kijkt, gun je jezelf niet meer de tijd om iets interessant te vinden. Zodra het je even verveelt, of te veel moeite kost, check je Facebook. Terwijl de echt goede dingen vaak vragen dat je even de tijd neemt.’
Frustrerend als maker, zeggen Lidewij, Cath en Lenny in koor. Je kunt nog zo veel zorg besteden aan de opbouw en montage van een programma, de kans dat je kijkers het niet opmerken, is nog nooit zo groot geweest. Lieven merkt hetzelfde in zijn colleges, die nog lekker ouderwets drie uur duren. ‘Als je even een omweg maakt, ben je ze kwijt. En een student die een kwartier op Facebook of WhatsApp zit, haal je echt niet zo maar even opnieuw bij de les.’ Het zit hem in die mate dwars dat hij overweegt om de technologie uit zijn lessen te bannen. Alleen: dat lijkt een wat gekke move voor een prof nieuwe media.
Pandora’s box
Of is het net aan de prof nieuwe media om het goede voorbeeld te geven, en de smartphone zijn plek te wijzen? Dat besef is bij Lieven des te prangender geworden dankzij zijn eigen vakantie-experiment. Een vakantie zonder zijn mails te lezen, vond hij ondenkbaar, maar hij stelde zijn gezin een compromis voor: hij zou niet de hele tijd tussen alle plooien door mails beantwoorden, maar één keer per dag een uur zijn laptop openklappen. Resultaat? Een halfuur tijdswinst per dag.
Zijn drie uur smartphone werden er twee, terwijl zijn laptopgebruik maar met een halfuur steeg. Bovendien had het nieuwe systeem een geweldig sociaal voordeel: ‘Als je op een laptop zit te tikken, geef je het signaal af dat je aan het werk bent. Voor je omgeving is dat beter te verteren.’
En nee, hij heeft dat halfuur niet gewonnen dankzij het vakantieregime, waarin de e-maildruk sowieso minder hoog ligt. ‘Ik hou het nog altijd vol en zie nog steeds de voordelen’, zegt Lieven, als hij alweer een maand aan het werk is. ‘Mijn collega’s wachten ook met iets te vragen tot mijn laptop weer dichtgeklapt is. En ik stuur geen boertige mails meer. Daar wees een collega me eens op, dat mijn mails soms zo kort waren, en niet eens ondertekend... Mijn smartphonemails.’
‘De fout die veel mensen maken,’ zegt Christine Wittoeck, ‘is dat ze e-mails blijven zien als iets om tussendoor te doen. Het helpt als je je mail beschouwt als een taak, en zo ook in je agenda inplant. Voer die taak dan ook uit zoals het hoort. Als je een mail in je inbox opnieuw op ongelezen zet, blijft die mentale energie vreten.’
Cath pleit schuldig. Mails opnieuw ongelezen maken, mails half beantwoorden ‘nu druk bezig, maar ik antwoord vanavond’: ‘Het is intussen zo erg dat ik soms boos word op mensen die me mailen, omdat ik het gevoel heb dat die iets van me willen. En mijn laptop gebruik ik zo min mogelijk, die beschouw ik als de doos van Pandora.’
En toch. Na drie weken digitaal afkicken op Corsica besluit ze Lievens systeem een kans te geven. Vier weken verder is ze helemaal overstag: geen mails meer op de telefoon, alleen nog op de laptop. ‘En mails die kunnen wachten, laat ik gemakkelijk enkele dagen liggen.’
Magisch effect
Veel problemen ontstaan bij verwachtingen. Of beter nog: bij verwachtingen over verwachtingen. ‘We communiceren ons een ongeluk, maar we vergeten te communiceren over hoe we communiceren’, zegt Christine. ‘Waarom zijn we een mail gaan beschouwen als iets wat direct beantwoord moet worden? Omdat je denkt dat je collega dat verwacht? Het helpt als je daar even over praat, misschien blijkt dat binnen de week ook oké is. Net zoals een goede out of office, die duidelijk maakt dat je je mails niet leest, of misschien niet eens zult inhalen, helpt om met een gerust hart op vakantie te vertrekken.’
Als je moe gecommuniceerd bent, volstaat het niet om WhatsApp van je telefoon te gooien, zoals Lidewij deed. ‘Zolang je profiel bestaat, zullen mensen proberen je langs die weg te bereiken’, zegt Christine. ‘En als jij niet antwoordt, lijk je onbeleefd. Of je mist uitnodigingen als je vrienden niet weten dat jij weliswaar een Facebookaccount hebt, maar nooit op Facebook komt.’
Cath miste ei zo na een petanquetornooi dat via Whatsapp was belegd, terwijl zij nog in haar radicale detoxtrip zat. Anders dan Lidewij heeft ze haar WhatsApp weer in gebruik, ‘ik miste het toch, als verbindingslijn naar mijn vriendinnen, en als communicatietool tijdens opnames. Maar het is onder controle, ik kan perfect een avond zonder’.
Haar vrienden weten hoe ze haar kunnen bereiken als het dringend is: gewoon ouderwets bellen. ‘Ik heb het geluid van mijn telefoon weer aangezet. Vroeger stond dat uit, omdat ik zogezegd controle over mijn tijd wou hebben. En dan zat ik de hele tijd mijn telefoon te checken op café, met als excuus dat ik bereikbaar moest zijn. Nu neem ik op als mijn telefoon rinkelt. En al de rest kan wachten.’
De avonden op café zijn er relaxter door geworden, en WhatsApp is weer een aanvulling op het sociale leven – geen parallel circuit dat continu draait, ongeacht bij wie of waar je bent. Ook dat is iets van de laatste jaren, zegt Lieven De Marez: hoe het bijna lijkt alsof dingen geen bestaansrecht hebben op zichzelf. Of het nu een fietsvakantie of een werkgroep is, er hoort altijd een digitaal leven bij – met de onophoudelijke berichtenstroom als gevolg.
Dat Lievens dochter op kamp geen telefoon mocht meenemen, bleek een haast magisch effect te hebben. De kliekjes die zich tijdens het jaar hadden gevormd, en die zich vrolijk taterend via sociale media hadden bestendigd, versmolten tot één hechte groep. Misschien is het met mensen wel zoals met tv-programma’s of hoorcolleges: je moet ze ruimte geven om je sympathie en interesse te winnen. Hoe wil je iemand leren kennen als je halve hoofd bij je smartphone zit? Hoe wil je dat een gesprek zich voluit ontwikkelt als er nog eens even zoveel aandachtstrekkers mee op tafel liggen als er mensen rond de tafel zitten?
‘Wij hadden meteen een betere discussie’, vertelt Lieven, die vanaf dit academiejaar voor zijn vakgroep de technologieloze vergadering heeft ingevoerd. ‘Mensen staan meer open voor elkaars ideeën.’ Als tegenzet beloofde hij zijn team dat de vergaderingen maximaal een uur zullen duren. ‘Dat betekent dat ik ze grondiger moet voorbereiden, en beter op tijd, zodat mijn medewerkers ook weten wat ik verwacht. Zonder smartphone of laptop kun je niet nog snel iets opzoeken.’
Behave, technology
Wat voor vrienden en collega’s geldt, gaat ook op voor onze kinderen. Misschien is de verleiding om de smartphone vast te pakken nog wel groter als we bij hen zijn. Kinderen grootbrengen is een bijzonder inefficiënt proces, met legio dode en routineuze momenten. Ook van hun kant uit bekeken trouwens: die lange autoritten die je ouders per se in de vakantie willen maken, zijn natuurlijk niet iets waar je zelf als kind voor kiest.
‘Ik was vooral bang voor de restaurant-bezoeken, toen onze zoon van acht verklaarde dat hij op vakantie solidair wou zijn met mij, en zijn iPad thuis zou laten’, zegt Cath. ‘Maar we hadden geweldig veel goede gesprekken, ook al omdat de wifi op Corsica zo slecht bleek dat mijn man uiteindelijk zijn telefoon ook aan de kant liet. Ik zag hoe erg mijn zoon geïnteresseerd is in de hele wereld, en hoe fijn het is om dat samen te ontdekken. De enige reden waarom ik mijn smartphone op vakantie gemist heb, is om foto’s te nemen.’ Noteer op uw detox-boodschappenlijst, behalve een wekker, een horloge en een radio: een fototoestel.
Nee, het is niet de technologie op zich die de deur uit moet. Alleen moet ze zich gedragen. Lieven spendeert zijn gewonnen tijd zelfs met overtuiging op de spelcomputer – ‘vroeger zat ik ’s avonds te mailen op mijn smartphone, terwijl mijn jongste nog even tv keek. Nu doen we als avondritueel een race op de Wii. En daar kijken we allebei naar uit.’
En ik? Ik zit nu al twee uur te tikken zonder nog maar naar mijn telefoon te kijken. Als ik nog even gedisciplineerd voorttik, kan ik straks een paar penalty’s trappen met mijn zoon. Die zit anders toch maar op de iPad te klooien.
‘Soms ga ik op café stiekem mijn telefoon checken op het toilet.’ Televisiemaakster Cath Luyten schaamt zich een beetje over haar bekentenis, maar Lieven De Marez, professor nieuwe ...
‘Soms ga ik op café stiekem mijn telefoon checken op het toilet.’ Televisiemaakster Cath Luyten schaamt zich een beetje over haar bekentenis, maar Lieven De Marez, professor nieuwe media aan de universiteit van Gent, herkent het gedrag. Geregeld beantwoordt hij thuis om de hoek enkele mails, om zijn vrouw niet op de zenuwen te werken. En Lidewij Nuitten haat het van zichzelf dat ze tijdens gesprekken zo vaak haar telefoon bekijkt, uitgerekend zij die dankzij Iedereen beroemd bekendstaat als ‘het meisje dat echt contact promoot’. Filmmaakster Lenny Van Wesemael wil dan weer graag wat minder telefoonverkeer in het gezin en met haar vrienden, maar vindt het moeilijk om regels voor sociaal contact af te dwingen, omdat ze Facebook niet kan missen. Net als ondergetekende kunnen ze geen moment van de dag meer zonder hun smartphone. Maar verslaafd? Nee.
Toen ik hen het voorstel deed om samen een digitale ontwenningskuur te volgen, was de eerste reactie er één van ontkenning. Lieven verschuilt zich achter werkethiek – de mailbox dient continu gemonitord. En Cath is zelfs lichtjes verontwaardigd als ik haar inviteer om tot ons zelfhulpgroepje toe te treden. Nochtans gaf ze zelf in het Radio 1-programma Hautekiet toe dat ze ’s ochtends eerst naar haar telefoon kijkt en dan naar haar man (‘Dat was een boutade! Zolang de ochtendknuffel langer duurt dan de telefooncheck, is er toch geen probleem?’).
Lenny, Lidewij en ik zitten met een vaag gevoel van onbehagen. Maar wat? Kijk eens hoe briljant georganiseerd we zijn dankzij onze telefoons. ‘Hou jezelf niet voor de gek’, zegt Christine Wittoeck, die sinds haar burn-out haar technologie aan de leiband heeft gelegd. ‘Jullie worden allemaal geleefd door jullie smartphone.’ Zij zal ons de komende twee maanden door de digitale detox loodsen, om ons de regie over ons leven terug te geven.
Wild beest
Maar is dat vage onbehagen over de alomtegenwoordigheid van smartphones geen kramp van misplaatste nostalgie, iets waarvan de digital natives geen last zullen hebben? De Marez: ‘Elke nieuwe technologie is als een wild beest dat moet worden getemd. Bij alles wat voor de smartphone kwam, hielp het dat die dingen nog een plek en een tijd hadden. De pc, bijvoorbeeld, stond in je bureau en diende om te werken. De tv stond in de woonkamer en diende ter ontspanning. De smartphone heeft alle vormen van communicatie losgetrokken van hun context. Alles kan op elk moment. Daardoor heeft hij ons gedomesticeerd in plaats van omgekeerd. En wij weten nog dat het anders kan, maar wie in 2006 als twaalfjarige een telefoon kreeg en nu zijn eerste job vindt, die weet niet waar te beginnen.’
Zelfs wie de intrede van de e-mail op de werkvloer meemaakte, heeft de mythe dat de smartphone ons geweldig efficiënt zou maken, gretig omarmd. Nooit meer een verloren moment, altijd verbonden, altijd paraat om eender welk probleempje op te lossen. ‘Eén advies geef ik iedereen’, zegt Christine Wittoeck. ‘Koop een wekker. Dan kun je je telefoon tenminste uit de slaapkamer laten. Het bespaart je ’s ochtends de stress die je onvermijdelijk toch krijgt van alles dat binnenloopt. Je slaapt beter. En je verspeelt geen kansen meer op intimiteit.’
Zalig, concluderen Cath, Lidewij en Lenny, die het advies meteen volgden. ‘Ik gun mezelf veel meer mijn slaap, nu ik mijn telefoon niet langer mee naar bed neem’, zegt Lidewij. ‘Ik lees nog wel even, maar zit niet meer tot een gat in de nacht op Facebook te scrollen. En wakker worden met klassieke muziek is heerlijk. Soms zet ik mijn telefoon pas aan als ik op mijn werk kom. Dat doet geweldig deugd, zolang mijn moeder niet denkt dat ik verkracht of vermoord ben.’
Uit het oog
Discipline is het halve werk. Die kun je proberen te kweken, of je kunt ze uitbesteden. Als je telefoon niet naast je bed ligt, moet je je ’s morgens niet inhouden om Twitter te checken voor je je liefste kust – nu ik erover nadenk: hoe is het in godsnaam zo ver kunnen komen dat we dat niet als een voldoende reden voor een scheiding zien? Als je een horloge draagt, hoef je niet meer op je smartphone te kijken om te weten hoe laat het is.
Telefoon- en appbouwers hebben al vele zaken bedacht om je aandacht te trekken: pingende geluidjes, zoevende envelopjes, oplichtende boodschappen – ons brein vindt het geweldig lekker, niets zo onweerstaanbaar als een knapperig brokje verse en beloftevolle informatie. Allemaal uitzetten, adviseert Christine, ‘en maak ook dat je je telefoon uit het zicht legt. Zo geef je je brein het signaal dat hij niet belangrijk is.’
Dat blijkt wonderwel te werken. Na twee dagen afkicken kost het nog amper moeite om jezelf te bedwingen. Lieven De Marez rijdt veel veiliger, sinds zijn telefoon op de achterbank ligt. Mijn artikels zijn aanzienlijker sneller getikt, sinds mijn telefoon in mijn handtas blijft zitten én ik mijn mailbox sluit.
Toegegeven: dat werkt alleen als je brein er gerust op is. Hoe beter je georganiseerd bent, hoe geruster je bent. ‘We zijn zoveel gaan uitstellen sinds we allemaal een telefoon op zak hebben’, zegt Cath. Het resultaat? Een totale afhankelijkheid van onze smartphone, om te zien waar het beste restaurant in de buurt is, om nog snel een tafel in dat restaurant te boeken, om er de weg naartoe te vinden. En voor je het weet, post je onderweg toch nog iets op Instagram – of loop je je te ergeren omdat de internetverbinding niet stabiel is.
‘Het was jaren geleden dat onze reisroute op voorhand vastlag’, vertelt Cath, die na haar ontkenningsfase besliste om radicaal zonder smartphone op vakantie te gaan. ‘Wat een luxe. Wat een rust. Alle tijd die we hadden om rond te kijken, te praten, te spelen en te genieten.’
Ik ben jaloers als ik het hoor. Het was dé les van mijn vakantie, waarvan alleen de eerste week voorbereid was. Niet dat het onvoorziene vervelend is, integendeel, maar de neveneffecten van toch nog even je mobiele data in te schakelen om een camping te zoeken, wegen zwaarder door dan verwacht. Telkens blinkt daar weer de verleiding: het aantal mails dat opgelopen is, WhatsApp dat roept, Facebook dat lonkt. Zelfs getraind vlees blijkt zwak. En de reactie is onverbiddelijk. ‘Mama, doe je telefoon nu eens weg.’
Hoe radicaler, hoe beter, daarover is het hele digitale-detox-team het eens. Niet zo radicaal dat de smartphone vanaf nu moet thuisblijven, maar tegen je grootste valkuilen helpt alleen strengheid. ‘Ik ben zo blij,’ zegt Lenny Van Wesemael bij de laatste ontmoeting van onze zelfhulpgroep, ‘dat ik de Facebook-app eindelijk van mijn telefoon heb gegooid. Nu ben ik perfect gelukkig met Facebook op mijn laptop. Ik kijk een of twee keer per dag en heb niet meer het gevoel dat ik tijd zit te verknoeien, alsof ik wegloop van wat echt belangrijk is.’
Afkicken op papier
Haar zoontje. Een sandaal op een terras. Twee rollerblades. Lenny stapt binnen met een schetsboek onder de arm. Het is onze tussentijdse bijeenkomst, haar tekeningen zijn de vrucht van haar voornemen om een tekening te maken telkens als ze de dwang om Facebook te checken, voelde opkomen.
Ook Lidewij – met haar 24 nochtans een digital native – schakelde voor de duur van haar detoxvakantie, in haar eentje op de fiets van Lier naar Pamplona, over op een notitieboekje en een pen. ‘Ik neem altijd een boekje mee op reis, maar dit is de eerste keer dat ik het ook volgeschreven krijg.’ Het heeft haar deugd gedaan dat ze geen gevolg kon geven aan haar drang om dingen te posten – ‘dat hielp om veel meer van het moment te genieten’.
Is de papieren wereld per se inspirerender dan de digitale wereld? Natuurlijk niet. Het is de leegte die inspireert, en laat het nu exact de leegte zijn die we nog zo moeilijk kunnen verdragen, omdat er op elk moment wel iets te gebeuren staat op onze telefoon. En als er niets gebeurt, kunnen we met een welgemikte post iets laten gebeuren – likes, erkenning, bevestiging.
Je hoofd heeft ruimte nodig om creatief te zijn, of zelfs om andermans creativiteit een kans te geven. ‘Neem televisie’, zegt Lidewij. ‘Als je met je telefoon in de aanslag naar een programma kijkt, gun je jezelf niet meer de tijd om iets interessant te vinden. Zodra het je even verveelt, of te veel moeite kost, check je Facebook. Terwijl de echt goede dingen vaak vragen dat je even de tijd neemt.’
Frustrerend als maker, zeggen Lidewij, Cath en Lenny in koor. Je kunt nog zo veel zorg besteden aan de opbouw en montage van een programma, de kans dat je kijkers het niet opmerken, is nog nooit zo groot geweest. Lieven merkt hetzelfde in zijn colleges, die nog lekker ouderwets drie uur duren. ‘Als je even een omweg maakt, ben je ze kwijt. En een student die een kwartier op Facebook of WhatsApp zit, haal je echt niet zo maar even opnieuw bij de les.’ Het zit hem in die mate dwars dat hij overweegt om de technologie uit zijn lessen te bannen. Alleen: dat lijkt een wat gekke move voor een prof nieuwe media.
Pandora’s box
Of is het net aan de prof nieuwe media om het goede voorbeeld te geven, en de smartphone zijn plek te wijzen? Dat besef is bij Lieven des te prangender geworden dankzij zijn eigen vakantie-experiment. Een vakantie zonder zijn mails te lezen, vond hij ondenkbaar, maar hij stelde zijn gezin een compromis voor: hij zou niet de hele tijd tussen alle plooien door mails beantwoorden, maar één keer per dag een uur zijn laptop openklappen. Resultaat? Een halfuur tijdswinst per dag.
Zijn drie uur smartphone werden er twee, terwijl zijn laptopgebruik maar met een halfuur steeg. Bovendien had het nieuwe systeem een geweldig sociaal voordeel: ‘Als je op een laptop zit te tikken, geef je het signaal af dat je aan het werk bent. Voor je omgeving is dat beter te verteren.’
En nee, hij heeft dat halfuur niet gewonnen dankzij het vakantieregime, waarin de e-maildruk sowieso minder hoog ligt. ‘Ik hou het nog altijd vol en zie nog steeds de voordelen’, zegt Lieven, als hij alweer een maand aan het werk is. ‘Mijn collega’s wachten ook met iets te vragen tot mijn laptop weer dichtgeklapt is. En ik stuur geen boertige mails meer. Daar wees een collega me eens op, dat mijn mails soms zo kort waren, en niet eens ondertekend... Mijn smartphonemails.’
‘De fout die veel mensen maken,’ zegt Christine Wittoeck, ‘is dat ze e-mails blijven zien als iets om tussendoor te doen. Het helpt als je je mail beschouwt als een taak, en zo ook in je agenda inplant. Voer die taak dan ook uit zoals het hoort. Als je een mail in je inbox opnieuw op ongelezen zet, blijft die mentale energie vreten.’
Cath pleit schuldig. Mails opnieuw ongelezen maken, mails half beantwoorden ‘nu druk bezig, maar ik antwoord vanavond’: ‘Het is intussen zo erg dat ik soms boos word op mensen die me mailen, omdat ik het gevoel heb dat die iets van me willen. En mijn laptop gebruik ik zo min mogelijk, die beschouw ik als de doos van Pandora.’
En toch. Na drie weken digitaal afkicken op Corsica besluit ze Lievens systeem een kans te geven. Vier weken verder is ze helemaal overstag: geen mails meer op de telefoon, alleen nog op de laptop. ‘En mails die kunnen wachten, laat ik gemakkelijk enkele dagen liggen.’
Magisch effect
Veel problemen ontstaan bij verwachtingen. Of beter nog: bij verwachtingen over verwachtingen. ‘We communiceren ons een ongeluk, maar we vergeten te communiceren over hoe we communiceren’, zegt Christine. ‘Waarom zijn we een mail gaan beschouwen als iets wat direct beantwoord moet worden? Omdat je denkt dat je collega dat verwacht? Het helpt als je daar even over praat, misschien blijkt dat binnen de week ook oké is. Net zoals een goede out of office, die duidelijk maakt dat je je mails niet leest, of misschien niet eens zult inhalen, helpt om met een gerust hart op vakantie te vertrekken.’
Als je moe gecommuniceerd bent, volstaat het niet om WhatsApp van je telefoon te gooien, zoals Lidewij deed. ‘Zolang je profiel bestaat, zullen mensen proberen je langs die weg te bereiken’, zegt Christine. ‘En als jij niet antwoordt, lijk je onbeleefd. Of je mist uitnodigingen als je vrienden niet weten dat jij weliswaar een Facebookaccount hebt, maar nooit op Facebook komt.’
Cath miste ei zo na een petanquetornooi dat via Whatsapp was belegd, terwijl zij nog in haar radicale detoxtrip zat. Anders dan Lidewij heeft ze haar WhatsApp weer in gebruik, ‘ik miste het toch, als verbindingslijn naar mijn vriendinnen, en als communicatietool tijdens opnames. Maar het is onder controle, ik kan perfect een avond zonder’.
Haar vrienden weten hoe ze haar kunnen bereiken als het dringend is: gewoon ouderwets bellen. ‘Ik heb het geluid van mijn telefoon weer aangezet. Vroeger stond dat uit, omdat ik zogezegd controle over mijn tijd wou hebben. En dan zat ik de hele tijd mijn telefoon te checken op café, met als excuus dat ik bereikbaar moest zijn. Nu neem ik op als mijn telefoon rinkelt. En al de rest kan wachten.’
De avonden op café zijn er relaxter door geworden, en WhatsApp is weer een aanvulling op het sociale leven – geen parallel circuit dat continu draait, ongeacht bij wie of waar je bent. Ook dat is iets van de laatste jaren, zegt Lieven De Marez: hoe het bijna lijkt alsof dingen geen bestaansrecht hebben op zichzelf. Of het nu een fietsvakantie of een werkgroep is, er hoort altijd een digitaal leven bij – met de onophoudelijke berichtenstroom als gevolg.
Dat Lievens dochter op kamp geen telefoon mocht meenemen, bleek een haast magisch effect te hebben. De kliekjes die zich tijdens het jaar hadden gevormd, en die zich vrolijk taterend via sociale media hadden bestendigd, versmolten tot één hechte groep. Misschien is het met mensen wel zoals met tv-programma’s of hoorcolleges: je moet ze ruimte geven om je sympathie en interesse te winnen. Hoe wil je iemand leren kennen als je halve hoofd bij je smartphone zit? Hoe wil je dat een gesprek zich voluit ontwikkelt als er nog eens even zoveel aandachtstrekkers mee op tafel liggen als er mensen rond de tafel zitten?
‘Wij hadden meteen een betere discussie’, vertelt Lieven, die vanaf dit academiejaar voor zijn vakgroep de technologieloze vergadering heeft ingevoerd. ‘Mensen staan meer open voor elkaars ideeën.’ Als tegenzet beloofde hij zijn team dat de vergaderingen maximaal een uur zullen duren. ‘Dat betekent dat ik ze grondiger moet voorbereiden, en beter op tijd, zodat mijn medewerkers ook weten wat ik verwacht. Zonder smartphone of laptop kun je niet nog snel iets opzoeken.’
Behave, technology
Wat voor vrienden en collega’s geldt, gaat ook op voor onze kinderen. Misschien is de verleiding om de smartphone vast te pakken nog wel groter als we bij hen zijn. Kinderen grootbrengen is een bijzonder inefficiënt proces, met legio dode en routineuze momenten. Ook van hun kant uit bekeken trouwens: die lange autoritten die je ouders per se in de vakantie willen maken, zijn natuurlijk niet iets waar je zelf als kind voor kiest.
‘Ik was vooral bang voor de restaurant-bezoeken, toen onze zoon van acht verklaarde dat hij op vakantie solidair wou zijn met mij, en zijn iPad thuis zou laten’, zegt Cath. ‘Maar we hadden geweldig veel goede gesprekken, ook al omdat de wifi op Corsica zo slecht bleek dat mijn man uiteindelijk zijn telefoon ook aan de kant liet. Ik zag hoe erg mijn zoon geïnteresseerd is in de hele wereld, en hoe fijn het is om dat samen te ontdekken. De enige reden waarom ik mijn smartphone op vakantie gemist heb, is om foto’s te nemen.’ Noteer op uw detox-boodschappenlijst, behalve een wekker, een horloge en een radio: een fototoestel.
Nee, het is niet de technologie op zich die de deur uit moet. Alleen moet ze zich gedragen. Lieven spendeert zijn gewonnen tijd zelfs met overtuiging op de spelcomputer – ‘vroeger zat ik ’s avonds te mailen op mijn smartphone, terwijl mijn jongste nog even tv keek. Nu doen we als avondritueel een race op de Wii. En daar kijken we allebei naar uit.’
En ik? Ik zit nu al twee uur te tikken zonder nog maar naar mijn telefoon te kijken. Als ik nog even gedisciplineerd voorttik, kan ik straks een paar penalty’s trappen met mijn zoon. Die zit anders toch maar op de iPad te klooien.