Het is de eerste bedrijfstak die zich niet beperkt tot vrijblijvende beloftes over ‘het langer in dienst houden van oudere werknemers’, maar die geld uittrekt om zijn bedrijven te leren ...
De bomen en het bos - Guy Tegenbos
Genoeg gerijpte geesten, aan de slag
| Guy TegenbosHarde centen in plaats van vage beloften, staat in de afspraken die we maakten over langer werken. Dat zeggen de werkgevers en de drie vakbonden van de bedrijfstak Essenscia sinds gisteren. Die federatie omvat zowat 1.000 bedrijven uit de chemie-, de kunststoffen- en de farma-industrie en de biotechnologie.
Het is de eerste bedrijfstak die zich niet beperkt tot vrijblijvende beloftes over ‘het langer in dienst houden van oudere werknemers’, maar die geld uittrekt om zijn bedrijven te leren hoe dat moet.
Dat geld wordt afgenomen van wat gespendeerd kan worden aan loonsverhogingen, mét instemming van de vakbonden. Het wordt gekanaliseerd naar projecten in de bedrijven om ouderen langer in dienst te houden door hen – en bijgevolg ook de anderen – anders te laten werken.
Van de brutoloonmassa gaat daarvoor 0,15 procent naar het Demografiefonds dat Essenscia opricht. Het geld van dat fonds mag gebruikt worden voor peter- en meterschapsprojecten, voor coaching- en begeleidingsprojecten van jongeren door ervaren collega’s, om innovaties uit te testen in de ploegenarbeid, in arbeidstijden en in vormen van arbeidsorganisatie.
Is dat allemaal zo nieuw? Daar slaan ze ons toch al meer dan tien jaar mee om de oren? Er zijn al bedrijven die dat toepassen, maar ze zijn zeldzaam. Er zijn al bedrijfstakken die eraan ‘werken’, maar dat bleven dikwijls vage beloften. Er zijn opleidingsinstituten die al jaren het leeftijdsbewust personeelsbeleid aanleren aan bedrijfsleiders, maar in de praktijk zien we daar nog niet veel effecten van.
De overheid werkt er zogezegd ook al jaren aan. Het federale ministerie van Arbeid (Waso) had een heus instituut, het Ervaringsfonds, om zulke projecten in bedrijven te financieren. Het heeft tien jaar gewerkt en is nu overgeheveld naar de deelstaten. In Vlaanderen werkt het instituut voort onder de vleugels van de dienst Duurzaam Ondernemen van het Departement Werk.
Vlaanderen had overigens al een instituut dat innovaties in de arbeidsorganisatie aanmoedigt, onder meer op dit punt: Flanders Synergy.
Vlaanderen heeft ook zijn Steunpunt Werk, dat al sinds 2008 berekent welke bedrijfstakken het meest oudere werknemers in dienst hebben en het meest vervangingsaanwervingen zullen nodig hebben.
Maar al die goede inspanningen hebben niet geleid tot veel verandering op de werkvloer. De bedrijven die mee in het verhaal stappen, blijven uitzonderingen. De initiatieven beroepen er zich allemaal op ‘dat ze de geesten rijp gemaakt hebben’.
Toch zal de verandering vroeg of laat moeten doorbreken. De benaming Demografiefonds is in die zin nog niet zo gek. Want de realiteit is dat er de komende decennia jaarlijks tot 10.000 werknemers meer met pensioen gaan dan er jongeren afstuderen.
Na een halve eeuw van grote werkloosheid omdat er meer jongeren en vrouwen op de arbeidsmarkt kwamen dan er banen bijkwamen, zullen er de komende decennia meer banen vrijkomen door pensioneringen dan er jongeren op de arbeidsmarkt belanden. Dat leidt naar een systematisch tekort aan arbeidskrachten, in plaats van een overschot.
We kunnen die evolutie vertragen door de ouderen (terecht) langer te laten werken. Dat moet de bedrijven dringend aangeleerd worden.
Zodra de conjunctuur echt weer opgaat, zal het tekort massaal worden, en dan zal ook het gevecht om de jongeren losbarsten.
De eerste sector die in dat gat sprong, was de witte of de zorgsector. Die begon jaren geleden al met campagnes en maatregelen om werken in die sector interessanter te maken. De Vlaamse overheid benoemde zelfs een Zorgambassadeur. Met succes. Het aantal studenten in de verpleegkunde en andere specialisaties is toegenomen. Het tekort aan arbeidskrachten is er getemperd.
Er is zich ook een tweede sector aan het lanceren. De industrie en al wie technologie nodig heeft, ondertekenden afgelopen weken het STEM-charter, een initiatief om opleidingen in de technologie, de wetenschappen, de wiskunde, de informatica, de ingenieurskunde (Science, Technology, Engineering, Mathematics) aantrekkelijker te maken. De nieuwe STEM-richtingen in het secundair onderwijs en de vrijetijds-STEM-academies die overal verrijzen, tonen dat ze de tijdgeest met zich mee hebben.
Andere activiteitstakken zullen moeten volgen. Het onderwijs, bijvoorbeeld, waar het personeel de komende jaren massaal met pensioen gaat, zal zich aantrekkelijker moeten maken voor jongeren.
Het gevecht om de jongeren zal losbarsten. Pessimisme over de werkkansen van de jongeren zijn over het algemeen uit den boze. Jongeren worden zeldzaam en zullen dus gegeerd zijn. Alleen wie geen diploma of kwalificatie heeft, zal niet mogen meedoen. De ongekwalificeerde schoolverlaters – ongeveer 10 procent in Vlaanderen – zijn de pineut.