Deze week heeft Sven Ornelis het nog gezegd, op dat toontje van hem alsof hij, lieve mensen, jongens en meisjes, staat les te geven in het derde leerjaar. ‘Radio is een prachtig medium,’ zei hij op de ...
Leed & vermaak
Radiohoofden
| Tom HeremansDeze week heeft Sven Ornelis het nog gezegd, op dat toontje van hem alsof hij, lieve mensen, jongens en meisjes, staat les te geven in het derde leerjaar. ‘Radio is een prachtig medium,’ zei hij op de radio, ‘en Q de prachtigste radio.’ Veertien jaar heeft Sven voor Q-Music gepresenteerd. ‘Dat was erg lang’, vond hij zelf ook. ‘Stel je even voor: dat is even lang als je hele lagere schooltijd, plus je hele middelbare schooltijd, plus nog eens twee jaar hogere studies.’ Wow, dat is inderdaad lang. En geen enkele keer moeten dubbelen, zeg.
Weet u ook wat het leukste moment is? Het superleukste moment van de dag? Werkelijk het super-superleukste moment van de dag om radio te maken? Dat is de ochtend. ‘Je kunt de mensen wakker maken en als eerste een smile op hun gezicht toveren’, zei Ornelis daarover in de krant. Xavier Taveirne, die trouwens ook stopt met De ochtend op Radio 1, was het daar volmondig mee eens, in dS Avond: ‘Ochtendradio is: mensen zin doen krijgen in de dag.’
Zo schoon. Dat is wat radio met je doet, natuurlijk. Je staat op, je voelt je als een slappe theedoek, je zet de radio aan, je hoort de stem van Ornelis of Taveirne en je brult uit volle borst: ‘Hier met die dag, dat ik ertegenaan kan gaan!’
Het is dat het zo slopend is, het ochtendblok, met dat vroege opstaan en zo. Anders bleven ze het allebei nog jaren doen. Want radio is ook zo’n heerlijk eenvoudig, snel en direct medium, weet u wel. Naar de radio kun je bijvoorbeeld nog gewoon bellen, en voor je het weet hoor je jezelf. Live. Op de radio. Meteen zal de radiostem je vragen om je radio uit te zetten, omdat anders het gepiep van de feedback niet te harden is, maar toch, de charme ervan, waar vind je dat nog?
De radiomaker is nog altijd de pionier, de verkenner, de koene held van het medialandschap. Belangeloos zet hij zich in voor ’t nut van ’t algemeen. Onversaagd lult hij plaatjes aan elkaar in zijn mythische radiostudio, waar altijd een unieke sfeer hangt. Met niets te vergelijken. Egotripperij is de radiomaker vreemd. Roem interesseert hem niet, het gaat hem maar om één ding: relevante, eerlijke radio maken. Voor de mensen, nog wel.
Tot hij gevraagd wordt om over te stappen naar televisie, dan is hij weg, natuurlijk. Er werken stilaan meer radiomensen voor tv dan voor de radio: Otto-Jan Ham, Gilles De Coster, Lisa Smolders, Kathleen Cools, Bruno Wyndaele, de lijst is eindeloos. Bij de ene lukt het, bij de andere loopt het voor geen meter. Geen nood, die mensen keren dan gewoon terug naar hun ware liefde, de radio. Niet omdat hun lelijke kop niet op tv pakt. Wel omdat tv zo omslachtig en fake is, en radio eigenlijk toch het mooiste en eerlijkste medium is om voor te werken.
Weet u wat de waarheid is? De echte, naakte waarheid? Als ze zonder fouten konden schrijven, dan werkten ze voor de krant. In plaats van in het holst van de nacht naar Brussel te rijden en met een hoofdtelefoon op in een muf kot van twee bij drie te kruipen.