‘Het klopt', bevestigt Hanoch Gutfreund aan de telefoon. Gutfreund is directeur van het Einstein Center van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. En daarmee is hij de baas van ...
Hebreeuwse universiteit opent archief
Einstein geeft geheimen prijs
| Margriet van der Heijden
‘Het klopt', bevestigt Hanoch Gutfreund aan de telefoon. Gutfreund is directeur van het Einstein Center van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. En daarmee is hij de baas van Albert Einstein Archives. Daarin liggen alle brieven, kladblokken, uitgetypte toespraken, kattenbelletjes — kortom: alle documenten die Einstein na zijn dood in 1955 aan de universiteit naliet.
Ze worden bewaard in een zwaar beveiligde kluis: wegens hun culturele waarde én omdat ze veel geld vertegenwoordigen. Een snipper papier met daarop Einsteins handtekening brengt al gauw 10.000 dollar op.
Vanaf vandaag kan de hele wereld door al die documenten bladeren, zegt Gutfreund. Via de nieuwe website van Einstein Archives. ‘Ja echt, u ook. Einstein liet zijn documenten na aan de universiteit en nu delen wij die nalatenschap met de wereld.'
De afgelopen maanden is de openbare website in stilte voorbereid, samen met een select groepje onderzoekers van het Einstein Papers Project in Pasadena, Californië. De wetenschapshistorici van dat project werken al dertig jaar aan de ontsluiting van Einsteins archief. Ze ontcijferen handgeschreven documenten, vertalen stukken waar nodig in het Engels, ordenen, indexeren enzovoorts.
Hun werk leverde tot nu toe twaalf dikke delen van The collected papers of Einstein op, in een reeks die uiteindelijk dertig delen zal beslaan, uitgegeven door Princeton University Press. Bovendien waren al die documenten al elektronisch toegankelijk sinds projectleider Diana Kormos Buchwald het archief – of liever, de kopie ervan in Pasadena – liet inscannen en in Californië op een webserver liet zetten. Er is één maar: in hun versie kunnen alleen wetenschappers rondneuzen, en ook de 12 zware en dure boeken zijn niet echt bedoeld voor leken.
Paradijs
‘De nieuwe website in Jeruzalem is juist voor iedereen', zegt Gutfreund. ‘Met een klik zijn vertalingen beschikbaar, handgeschreven documenten zijn voorzien van transcripten en je kunt commentaren inzien die wetenschappers op een document gaven. Bovendien is het originele archief helemaal opnieuw ingescand – met de hoogst haalbare resolutie.'
Het klinkt als een paradijs voor wetenschapper én leek. Wat is er zoal te vinden? ‘De komende maanden steeds meer', zegt Gutfreund. De website zal geleidelijk naar zijn definitieve vorm groeien met in totaal bijna 80.000 documenten. Vanaf vandaag staan er zo'n 20.000 documenten op, allemaal uit de periode 1905-1921, toen Einstein zijn belangrijkste wetenschappelijke werk verrichtte.
Wie zich nog eens in hoge resolutie wil verbazen over Einsteins wonderjaar 1905 kan dus op de website gaan grazen. Op zoek naar Einsteins eerste artikel uit dat jaar bijvoorbeeld, waarin hij liet zien dat lichtgolven ook als deeltjes te beschrijven zijn. Of zijn tweede artikel over de ‘Brownse-beweging' van minuscuul kleine deeltjes die door een vloeistof zweven. Of zijn derde artikel, waarin hij de speciale relativiteitstheorie beschrijft of zelfs zijn vierde publicatie uit dat ene jaar, met de beroemde formule E=mc2.
Escapades
Om de rijkdom van het archief te illustreren, werden op de demonstratie van de nieuwe website gisteren vooral persoonlijke documenten aangeklikt. Zoals de brief die Betty Neumann in 1938 aan Einstein schreef. Hij dook op in 2006, toen het nagelaten archief van Einsteins stiefdochter Margot geopend mocht worden, met veel persoonlijke documenten.
Betty herinnert Einstein aan de affaire die ze in de jaren 20 in Berlijn hadden, en die intussen allang bekoeld is. Na Betty zouden nog Estella, Ethel, twee Toni's, Margareta en een trits andere vrouwen volgen, sommigen in de brieven alleen aangeduid met hun initialen. Einsteins escapades maakten zijn vrouw Elsa, die hij in 1919 na zijn scheiding van Mileva Maric huwde, van tijd tot tijd razend.
‘En de brief van Betty Neumann toont nog eens wat we intussen allemaal weten', zegt Anne Kox, hoogleraar geschiedenis van de natuurkunde aan de universiteit van Amsterdam. ‘Einstein was geen ideale echtgenoot.'
Zionist
De brieven aan redacteur Azmi El-Nashashibi van de Arabische krant Falastin tonen een andere Einstein. Hij schreef ze in 1929, kort nadat Joodse nederzettingen waren aangevallen in Palestina, toen nog onder Brits mandaat.
Einstein was democraat, pacifist én zionist, zo laten tal van documenten zien. Op de website is bijvoorbeeld het verslag te vinden van zijn reis in 1921 naar New York, met de latere president van Israël, Chaim Weizmann. Samen zamelden ze er geld in voor de toekomstige Hebreeuwse Universiteit. Maar tegelijk laten ook de brieven aan de krant weer zien dat Einstein niets zag in het idee om Palestina op te splitsen en er een Joodse staat te stichten met ‘muren, een leger en wereldlijke macht'.
‘Iemand zoals ik, die er al jaren van overtuigd is (...) dat agressief nationalisme overwonnen moet worden', zo schreef hij, ‘kan de toekomst van Palestina alleen maar zien als gebaseerd op de vreedzame samenwerking tussen twee volken voor wie dit land een thuis is.' Hij roept Palestijnen en Joden op om aan een gezamenlijke toekomst te werken.
www.alberteinstein.info